Overlevende Schelvis is dagelijks met kamp Sobibor bezig
AMSTELVEEN. Zeven keer werd het herdenkingsconcert ”Er reed een trein naar Sobibor” in Nederland al gegeven. Hoofdrolspeler Jules Schelvis, overlevende van niet minder dan negen concentratiekampen, heeft nog één wens: een herhaling van het concert in Polen. Daarvoor heeft hij 100.000 euro nodig. Woensdag begon de werving.
Onvermoeibaar strijdt Schelvis –hij woont in Amstelveen– voor zijn grote missie: „Nederland mag nooit vergeten wat er in de oorlog aan verschrikkingen heeft plaatsgehad. Maar ook Duitsland niet, en Polen niet.” Daarom staat de 93-jarige Jood „van harte” achter het idee om een herhaling te organiseren met drie herdenkingsconcerten: in Amsterdam, Berlijn en het Poolse Lublin, vlak bij Sobibor. „Anderen hebben dit bedacht. Ik kijk toe of het geld er komt. Het is mijn laatste wens dat dit idee gerealiseerd wordt.”
In kamp Sobibor werden ruim 170.000 mensen vermoord, onder wie 33.000 Joden uit Nederland. Schelvis werd op 1 juni 1943 samen met zijn vrouw Rachel, haar familie en 3000 andere Joden vanuit Westerbork in veewagons getransporteerd naar het vernietigingskamp in Polen.
Tijdens het herdenkingsconcert ”Er reed een trein naar Sobibor” vertelt Schelvis over de reis ernaartoe, de gesprekken onderweg, de aankomst in Sobibor en het verblijf in een van de meest beruchte concentratiekampen. Zijn verhaal wordt ondersteund met muziek van het Nationaal Symfonisch Kamerorkest en historische beelden.
Hoe zal zo’n herdenkingsconcert landen in Polen?
„Ik verwacht goed, net als dat in Nederland tot nu toe het geval is. In Polen heb ik met hoge functionarissen gesproken. Zij willen het oorlogsverleden niet wegmoffelen, maar een plaats geven.”
Wanneer was u voor het laatst in Sobibor?
„Op 14 oktober afgelopen jaar. Ik ben toen onderscheiden door de Poolse minister-president met het officierskruis van verdienste. Na de oorlog ben ik er minstens tien keer geweest. Ze kennen me daar dus wel een beetje. En een nieuwe uitnodiging ligt klaar. Over twee jaar mag ik als spreker optreden bij de opening van het nieuwe herdenkingsmuseum in Sobibor. Ik hoop het mee te maken; mijn jaren zijn geteld.”
Wat doet Sobibor nog steeds met u?
„Ik ben er dagelijks mee bezig. Het houdt niet op. Mijn vrouw is er vermoord en een groot deel van mijn familie. Na de oorlog bleek ik de enige overlevende van mijn transport te zijn. Toen ik er in 1986 voor het eerst terugkwam, was dat bijzonder heftig. Na al die jaren kan ik er meer afstand van nemen. Dat is een proces geweest. Ik bezocht ook andere kampen waar ik heb vastgezeten. Het geeft mij veel voldoening om in vrijheid te staan op de plaats waar ik ooit als slaaf moest werken.”
Wanneer is de tournee geslaagd?
„Het is mijn wens dat ouders aan hun kinderen vertellen wat er met de Joden in de oorlog is gebeurd. In begrijpelijke woorden. De kinderen kunnen het straks, als er geen getuigen meer zijn, aan hún kinderen doorgeven. Als dat lukt, heb ik het laatste doel in mijn leven bereikt. Dat is de nagedachtenis van 34.000 Joden uit Nederland. Dat doel houdt me scherp.”