Kerk & religie

Balkenende: Ik ben echt een navolger van Kuyper

BEESD. Abraham Kuyper beleefde een moeilijke tijd in Beesd. Maar zijn jaren in het Betuwse dorp waren van grote betekenis voor zijn vorming.

Van een medewerker
20 January 2014 21:07Gewijzigd op 15 November 2020 08:18
Balkenende. beeld Dirk Hol
Balkenende. beeld Dirk Hol

Dat zei oud-premier Balkenende zaterdag tijdens het symposium ”150 jaar Abraham Kuyper in Beesd”, dat in de plaatselijke Sint-Pieterskerk werd gehouden. De protestantse gemeente sloot hiermee een serie activiteiten rond Kuyper af. In oktober 2013 ging het symposium niet door, omdat Balkenende en CDA-voorzitter Peetoom, een van de andere sprekers, de begrafenis van de Belgische oud-premier Martens bezochten.

Balkenende omschreef zijn voorganger –die in het voorjaar van 1863 een beroep naar het Betuwse dorpje aannam– als „een groot man. Ik sta in zijn traditie, ik ben een echte kuyperiaan.” Balkenende bezocht de christelijke school, studeerde aan de Vrije Universiteit, die Kuyper had opgericht, en trad op tal van manieren in de voetsporen van Kuyper. „Ik voel me verwant met zijn christelijke levensvisie en zijn voortdurende zoektocht die te verbinden met maatschappelijke ontwikkelingen”, aldus Balkenende, die zijn betoog lardeerde met tal van kwinkslagen en anekdotes. „Kuyper zei ooit: „Bij de chocoladeketel en de water- en melkkaraf kweekt men geen geslacht van stoere calvinisten.””

De hoogleraar aan de Erasmus Universiteit constateerde dat de jaren in Beesd voor Kuyper van doorslaggevende betekenis zijn geweest. „Hij scherpte hier zijn theologisch inzicht, maar was niet gelukkig. Bij zijn afscheid zei Kuyper dat hij voortdurend had moeten worstelen met een geest van tegenwerking. Maar hij studeerde en kwam door de ontmoeting met de eenvoudige Pietje Baltus tot bekering tot het calvinisme. Het leidde tot een radicale wijziging in zijn denken.”

Kuyper, die was opgeleid tot vrijzinnig predikant, raakte onder de indruk van de geloofsbeleving van enkele orthodoxe gemeenteleden. „In Leiden was Kuyper intellectueel gevormd, zijn granieten overtuiging vond hij in Beesd.”

Die radicale geloofskeuze beperkt zich volgens Balkenende niet tot de theologie –daar leidde het tot de Doleantie, de vorming van de Gereformeerde Kerken in Nederland– maar had ook gevolgen voor staat en maatschappij. De keuze zorgde voor een „moreel kompas”, voor ontwikkelingen in de samenleving. Dat leidde tot de stichting van de ARP en 
de Vrije Universiteit. „Kuyper keerde zich tegen de geest van de Franse Revolutie. Niet de vrijheidsboom centraal, maar het kruis. Daarnaast was hij sterk geëngageerd. Hij zette zich in voor de emancipatie van de ‘kleine luyden’, zocht oplossingen voor schrijnende nood en stimuleerde de oprichting van christelijke scholen.”

Balkenende eindigde zijn betoog met een anekdote over een man met singuliere gaven, die hij ooit in Wolphaartsdijk hoorde preken. „Hij vertelde over een schip dat te pletter sloeg op de rotsen, omdat het anker niet vast lag. De voorganger riep de gemeente toe: „Ligt uw anker wel vast?” Kuyper zorgde voor een geestelijk anker”, benadrukte Balkenende. „En dat begon in Beesd.”

PKN-scriba A. J. Plaisier noemde dr. Abraham Kuyper tijdens de herdenkingsbijeenkomst in Beesd de voorman van een tot dan toe zwijgende achterban. „Voor alles was hij een gegrepene. Gegrepen door de realiteit van God. Om het geloof in hart en leven te ervaren. Hij leerde het geloof kennen als een spirituele werkelijkheid.” Plaisier had ook –milde– kritiek: „Kuyper liep het gevaar het christelijk geloof te reduceren tot een constructie van beginselen die het geloof operabel maakt om op allerlei terreinen in te zetten tegenover andere beginselen. Mensen mobiliseren om in de wereld present te zijn: daar kunnen we als gereformeerde mannenbroers op af. Zo dreigt Jezus Christus een bijfiguur te worden. Het gaat toch vooral om mensen met lege handen die van ver komen, die de Heere nodig hebben en ingelijfd moeten worden.”

Anderzijds was Kuyper in die

zin ook een voorbeeld. „Omdat we de roeping hebben kerk te zijn voor tijdgenoten. Dat is de erfenis van Kuyper. Hij geeft ons nog

altijd veel te denken, te doen en

te geloven.”

CDA-voorzitter Ruth Peetoom ‘woont’ tussen de meubels van haar voorganger. „Ik denk weleens: wat zou hij gevonden hebben van een vrouwelijke partijvoorzitter. Een gezin waar de vrouw nummer één was en manlief de ondergeschikte speelde, noemde hij „zondig samengestelde gezinnen.” Anderzijds was hij voor het vrouwenstemrecht. Een van zijn dochters was ook voorzitter, al was het maar van een vrouwenvereniging.”

Als predikante voelt Peetoom zich verbonden met Kuyper. „Hij had gestudeerd, maar het geloof was nog geen zaak van het hart geworden. Dat kwam pas toen hij de levens van die eenvoudige Betuwse arbeiders zag. De kracht van het geloof van de kleine luyden kleurde Kuypers leven. Hij werd hun klokkenist, zette zich in voor sociale kwesties.” Als opvolger van Kuyper beloofde Peetoom zich in te zetten voor solidariteit en verbinding.

Kerkrentmeester Van Noord gaf toe dat Beesd destijds niet zo veel op had met Kuyper. „We zijn dan ook hervormd gebleven, met een vrijzinnige inslag.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer