Er zijn zo veel zogenaamde christenen die zelden of nooit in Gods huis komen en die zich afscheiden van de gemeenschap van Gods kerk. Zo dwalen ze om met de verloren zoon en brengen hun goed door, ja al het geestelijke goed dat zij in hun jeugd van hun ouders hebben ontvangen. Eindelijk, als ze alle kennis van de zaligheid hebben verkwist, worden ze in hun volwassen jaren en verdere ouderdom complete heidenen en Godverzakers. Zij leven buiten God, zwerven als in een vreemd land om.O, u zegt: Ik ben geen rover, of overspeler? Als u zo omdoolt met de verloren zoon buiten het huis van God, dan zult u met de blinde heidenen in uw zonden sterven. Ja, u zult nog een zwaarder oordeel ontvangen dan de blinde heidenen omdat u onderwezen bent onder het licht van het Evangelie. In het laatste oordeel zullen de mannen van Ninevé tegen u opstaan. Zij hebben zich immers bekeerd op de prediking van Jona.

O, besef het toch en druk het op uw hart dat wanneer u in uw natuurstaat blijft en buiten Gods huis, u omzwerft als de verloren zoon. Maak toch eens een recht gebruik van wat u in uw jeugd over het Evangelie geleerd is. Beste vrienden, geef ons toch geen reden om te klagen met Paulus: „Indien ons Evangelie bedekt is, zo is het bedekt in diegenen die verloren gaan.”

J. Barueth, predikant te Dordrecht (De predikende en wonderdoende Christus, 1754)