Dat zei ds. C. Sonnevelt, predikant van de gereformeerde gemeente te Krabbendijke, zaterdag op de eerste 21+ Zin-in-avond van de Jeugdbond van de Gereformeerde Gemeenten (JBGG) in Gouda. Het jaarthema van Zin-in in 2014 is: ”Johannes, de apostel van Gods liefde”. Ds. Sonnevelt leidde dit jaarthema in met het onderwerp ”Kom en zie”, naar aanleiding van Johannes 1 vers 40 en 47.

Voorafgaand aan de inleiding lichtte Christian van Bemmel, voorzitter van de Zin-in-commissie van de JBGG, het jaarthema toe. „We willen Johannes leren kennen als identificatiefiguur voor ons leven”, stelde hij. Wanneer Filippus Nathanaël op Jezus wijst, en Nathanaël de vraag opwerpt of uit Nazareth iets goeds kan zijn, dan zegt Filippus: „Kom en zie.”

Volgens Van Bemmel heeft ook Johannes geen uitgebreide preek nodig om op Jezus te wijzen: „Ziet het Lam Gods.” De twee discipelen gaan daarop Jezus volgen.

Afsnijdend

”Kom en zie” is volgens ds. Sonnevelt een uitnodigend woord. „Het maakt nieuwsgierig”, zei hij. „Wat zou er te zien zijn?” Als Jezus Zich omkeert tot de twee discipelen die Hem volgen vraagt Hij: Wat zoekt gij? Zij antwoordden daarop: Rabbi, waar woont Gij? Dan zegt Jezus in meervoud: „Komt en zie!”

Zij kwamen en zagen waar Hij woonde. En zij bleven die dag bij Hem. Johannes, de boetgezant van Christus, preekte volgens ds. Sonnevelt een afsnijdende prediking. Zijn ontdekkende prediking was liefde, zo stelde hij. „Zonder ontdekking aan de zonde is er immers geen behoefte aan verlossing. Bij de een roept zo’n prediking weerstand op, de ander geeft zich gewonnen.”

Wetsprediking is volgens hem nodig. Maar ook Evangelieprediking. Wet en Evangelie is Bijbels en geen kerkelijke eigenaardigheid, stelde hij. „Johannes gaat voor Christus uit. Maar Johannes wijst ook op Jezus, als het Lam van God dat de zonden der wereld wegneemt.”

Eerst Mozes

Komt dan niet eerst het Evangelie en pas dan de wet? zo luidde een vraag van een jongere. „Eerst komt Mozes, dan pas Christus. Onder het juk van de wet worden we tot Christus gedrongen”, 
antwoordde ds. Sonnevelt.

Wanneer Johannes op Jezus wijst, is er aanvankelijk niemand die tot Hem gaat. Volgens de predikant uit Krabbendijke is er bij hen wel hoop geboren op de Zaligmaker, maar ze hebben de toevlucht niet tot Hem genomen. Ze bleven van verre staan. „Misschien brandt je hart ook weleens onder de prediking, maar durf je niet tot Hem te gaan. In het Woord wekt Hij juist op tot Hem te komen.”

Pas de volgende dag komen de twee discipelen tot Jezus. Ds. Sonnevelt: „Hij breekt de banden. Onwederstandelijk worden ze tot Hem getrokken. Aanvankelijk zeggen ze niets, tot Jezus vraagt wat ze zoeken. Ze zijn beschroomd. Hun keus voor Jezus is er wel, maar de oplossing is er voor hen niet. Het komt erop aan dat ze door Hem overgenomen worden. Hun hart is heilbegerig, maar ze durven zich niets toe te eigenen. Jezus Zich omkerende, zag hen volgen. Onvergetelijk ogenblik als Jezus hen aankijkt.”

Niet aanpassen

Het jaarthema toespitsend, stelde ds. Sonnevelt dat onder een rijke prediking de vrucht aanvankelijk verborgen kan blijven. Als er geen vrucht is op de prediking is de verzoeking groot dat we zelf vrucht gaan maken of de boodschap gaan aanpassen.

Ook is er een zondige, ongelovige schroom en er is een heilige schroom om Jezus te zoeken. In het echte zoeken gaat het om Jezus. Als je de Heere zoekt, heb je geen bezwaar om onderzocht te worden. De uitnodiging ”Kom en zie” is niet alleen voor mensen met goede vragen maar ook voor mensen met verkeerde vragen. Ten slotte is een openbaring van Christus aan ons hart voor ons allemaal nodig, stelde hij.