Buitenland

Antistroperij-agenten zaaien terreur in Tanzania

DAR ES SALAAM. Wat een ambi­tieuze campagne tegen wild­stroperij in Tanzania moest worden, is ontaard in regelrechte terreur tegen de bevolking. Het schandaal heeft intussen de kop van vier ministers geëist.

Kizito Makoye (IPS)
9 January 2014 17:01Gewijzigd op 15 November 2020 08:07
Pinda. beeld AFP
Pinda. beeld AFP

Ali Nyenge, inwoner van Iputi in het Tanzaniaanse district Ulanga, werd in zijn huis wakker, omsingeld door antistroperij-agenten. Ze beschuldigden hem van illegale jacht, dwongen hem zich uit te kleden en sloegen hem met een stok. „Ik had geen andere keuze dan te gehoorzamen. Ik heb er verschillende verwondingen aan overgehouden en kon amper nog zitten.”

De 38-jarige landbouwer, die 
een officiële klacht heeft ingediend, spreekt van een ernstige fysieke en emotionele foltering. Op een gegeven moment dwongen de agenten hem zelfs om 
met een scheermes een python 
op zijn dijbeen te tekenen.

Nyenges verhaal is slechts een van de vele getuigenissen. Daarom gaat de regering na of haar campagne tegen stroperij, bedoeld om de illegale ivoorhandel terug te dringen, ongewild heeft geleid tot verkrachting, moord, foltering en afpersing onder de bevolking. Een parlementaire onderzoekscommissie ontdekte dat dertien mensen werden vermoord en heel wat vee werd verwond en gedood.

In oktober beval de Tanzaniaanse president Jakaya Kikwete meer dan 2300 veiligheidsagenten van het leger, de lokale politie, speciale antistroperijbrigades en parkwachters om een verbod op het stropen van olifanten en neushoorns af te dwingen. Maar in november moest Kikwete de campagne –de zogenoemde Operatie Tokomez– afblazen vanwege felle kritiek.

„De operatie had goede bedoelingen, maar de moorden, de verkrachtingen en het geweld zijn totaal onaanvaardbaar”, verklaarde premier Mizengo Pinda in het parlement. Pinda zei dat de wildstroperij alarmerende proporties aanneemt in zijn land, vooral in het nationale park Selous. Daar daalde de olifantenpopulatie van 55.000 naar 13.000.

De regering schat dat er in Tanzania in november en december zestig olifanten werden afgeslacht, in vergelijking met slechts twee in oktober, toen de campagne nog liep.

Bij de presentatie van een rapport zei de voorzitter van de onderzoekscommissie, James Lembeli, dat zijn team zonder twijfel kon aantonen dat leden van brigades terreur hebben gezaaid onder burgers.

„Sommige vrouwen beweren dat ze zijn verkracht. In Matongo, in het Bariadidistrict, bijvoorbeeld getuigde een vrouw dat ze werd verkracht door drie soldaten die haar onder schot hielden”, verklaarde hij in het parlement. Onder de slachtoffers bevonden zich volgens Lembeli ook lokale leiders die vernederd werden.

In Minziro, een deel van Kagera nabij het Victoriameer, herinneren de inwoners zich de aanval op 13 oktober nog goed. Een groep soldaten viel toen hun dorp binnen, sloeg mensen en stak huizen in brand van mensen die ervan verdacht werden illegale immigranten te zijn.

Abraham Kafanobo, een van de leiders van het dorp, vertelt dat de meeste inwoners destijds gevlucht zijn en niet durven terugkeren, ook al is de operatie opgeschort.

Het schandaal heeft tot het ontslag geleid van vier ministers, onder wie die van Toerisme, Defensie en Binnenlandse Zaken. De minister van Toerisme, Khamis Kagesheki, had in oktober gezegd dat stropers die zich inlaten met ivoorhandel stante pede moesten worden gedood.

Advocaat en mensenrechtenactivist Issa Shivji hekelde de militaire betrokkenheid bij een burgeroperatie, en noemde de manier waarop de campagne werd uitgevoerd een grote schande voor Tanzania.

„Het is niet alleen een schande, maar ook een tragedie. Iedereen in dit land moet zich afvragen waar dit naartoe gaat. Waarom hebben mensen die instaan voor veiligheid, waardigheid en respect voor de bevolking, zich zo onverantwoord gedragen?” besluit Shivji.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer