Commentaar: Tweetalig onderwijs
Tweetalig onderwijs rukt op. Middelbare scholen zijn er al volop mee bezig, basisscholen volgen. Gisteren maakte staatssecretaris Dekker bekend welke twaalf basisscholen mogen meedoen met een proef om volledig tweetalig onderwijs te geven. Volgend jaar krijgen nog acht scholen die kans. De tweede taal is meestal Engels.
Het vak Engels is verplicht vanaf groep 7, maar steeds meer basisscholen –inmiddels ruim duizend– beginnen al eerder met de taal. Een goede zaak. De wereld is meer dan ooit een dorp waar één taal overheerst: Engels. Daarom is het belangrijk dat kinderen en jongeren op school deze taal goed leren beheersen.
Over het geschiktste moment om ermee te beginnen, verschillen de meningen. Volgens sommige deskundigen moeten basisscholen direct in groep 1 starten met Engels, omdat jonge kinderen spelenderwijs een taal oppikken. Kinderen met ouders die een verschillende moedertaal spreken, zijn het bewijs. Ze groeien zonder problemen tweetalig op.
Andere deskundigen stellen dat kleuters er neurologisch en psychologisch nog niet aan toe zijn op school een vreemde taal te leren. Zij pleiten ervoor dat pas te doen als kinderen een jaar of elf zijn. Dan zouden ze in drie maanden leren wat ze als kleuter in twee jaar opsteken. Ook blijkt uit onderzoek dat kleuters Engels minder leuk vinden dat leerlingen in groep 3.
Belangrijker dan het moment is dat het aanbieden van Engels zorgvuldig gebeurt. De leerkracht die Engels geeft, moet de taal voldoende beheersen. De vakdocent op de middelbare school heeft er vier jaar voor geleerd, maar dat geldt niet voor leerkrachten die Engels op de basisschool geven. Ook niet voor leraren op de middelbare school die hun eigen vak –geschiedenis, biologie, tekenen of wat dan ook– in het Engels geven in het kader van tweetalig onderwijs. De kwaliteit daarvan laat soms te wensen over.
Ook is het nodig dat basisscholen die vroeg met Engels beginnen, dat gestructureerd doen. In vaktaal: een doorlopende leerlijn hanteren. Dat voorkomt dat Engels de hobby van een enkele juf of meester wordt en de kwaliteit van de lessen per leerjaar sterk verschilt. Onderzoek laat zien dat veel scholen geen methodische aanpak hanteren. Ook op dit punt is verbetering nodig.
Een derde aandachtspunt is de aansluiting op het voortgezet onderwijs. Leerlingen van verschillende basisscholen komen bij elkaar in de klas als ze naar de middelbare school gaan. Hun beheersing van het Engels loopt sterk uiteen. Het is verleidelijk voor de vakdocent om het laagste niveau als startpunt te nemen. Dat is jammer voor de leerlingen die al verder zijn met Engels. Zij vervelen zich. Het resultaat van goed Engels onderwijs op de basisschool wordt op deze manier tenietgedaan. Meer afstemming tussen basis- en voortgezet onderwijs is gewenst.
Jammer dat er bij de twaalf basisscholen die gaan experimenteren met tweetalig onderwijs geen reformatorische school zit. Het is bekend dat de resultaten bij Engels op deze scholen lager liggen dan het landelijk gemiddelde. Genoeg reden om te proberen een plekje te bemachtigen bij de acht scholen die volgend jaar mogen aanhaken.