Onderaan dit artikel vindt u de gehele ranglijst.

De organisatie ontwikkelde daarvoor een eigen onderzoeksmethode. Het onderzoek betreft alle landen ter wereld. Met een snelle scan kijken onderzoekers van „de onafhankelijke onderzoeksbureaus PEW en Freedom House” naar structuren in een land die vervolging bevorderen. Gegevens van internet completeren deze informatie.

Vervolgens heeft er diepgaander onderzoek plaats naar landen die slecht scoren. Dit gebeurt door een uitgebreide vragenlijst die wordt ingevuld door „experts van Open Doors in het veld, een eigen onderzoeksafdeling van de organisatie en door externe wetenschappers en deskundigen.”

Landen kunnen op zes terreinen punten ‘verdienen’: persoonlijke levenssfeer, familieverband, gemeenschapsleven, publieke ruimte en kerkelijk leven. Daarbij kijkt de organisatie naar het al dan niet voorkomen van geweldsincidenten tegen christenen (de zesde categorie). Het totaalaantal punten bepaalt de positie van een land op de ranglijst.

Er zijn maximaal honderd punten te behalen. Het is mogelijk dat een land hoog eindigt zonder dat er veel geweld plaatsvindt, bijvoorbeeld omdat de druk vanuit de familie en de gemeenschap hoog is.

Vorig jaar paste Open Doors haar onderzoeksmethode aan en koos zij ervoor ook het totaalaantal punten dat een land scoort, bekend te maken. Dit heeft volgens de organisatie verschillende voordelen. Het puntenaantal maakt –los van de positie op de ranglijst– duidelijk hoe een land het doet. Een land kan dalen op de lijst zonder dat er voor christenen iets verbeterd is. Zo daalt Saoedi-Arabië op de ranglijst 2014 van plaats 2 naar plaats 6, maar scoort het in totaal 78 punten terwijl het vorig jaar 75 punten scoorde. De situatie is voor christenen dus iets verslechterd.

Daarnaast geeft het puntenaantal weer hoe ernstig vervolging in een land is. Noord-Korea, de aanvoerder van de lijst, scoort negentig van de honderd punten en behaalt op vier van de zes terreinen de maximale score.

Het puntenaantal biedt verder zicht op het totaalplaatje. Over de hele linie is te zien dat christenvervolging in 2013 is toegenomen. Een voorbeeld. Scoorde koploper Noord-Korea vorig jaar 87 punten, dit jaar scoort het land 90 punten. Behaalde de hekkensluiter van de lijst van vorig jaar nog 35 punten, dit jaar scoort het onderste land op de lijst 45 punten.

Het totaalaantal punten van de Ranglijst Christenvervolging geeft een stijging weer van 7 procent ten opzichte van vorig jaar. De intensiteit van de vervolging is dus toegenomen.