In een maandag gepubliceerde brief aan de kerkvergadering zet de Urker kerkenraad zijn bezwaren op een rij tegen het deputatenrapport Mannen en vrouwen in dienst van het evangelie. De Urker kerkenraad roept de synode op om geen besluiten door te zetten „waarvan wij bij voorbaat weten, dat een belangrijk deel van het kerkverband dit niet dragen kan”.

Volgens de raad zou aannemen van het rapport door de synode „een ingrijpende koerswijziging” betekenen, die bovendien negatieve gevolgen kan hebben voor de contacten met andere kerken in binnen- en buitenland.

De kerkenraad van Urk is bezorgd over de gevolgen van de „nieuwe hermeneutische benadering” die in het rapport doorklinkt, omdat die ook gevolgen kan hebben voor de visie op „ethische kwesties zoals (homo)huwelijk en seksualiteit, levensbeëindiging en de visie op de kinderdoop.”

In de brief noemt de kerkenraad de conclusie van de deputaten dat naast mannen ook vrouwen kunnen dienen in de kerkelijke ambten, niet passend binnen de bandbreedte van wat kan worden bestempeld als Schriftuurlijk en gereformeerd. Volgens het deputatenrapport zijn de voorschriften die Paulus geeft voor de rol van vrouwen in de gemeente, tijdgebonden. De Urker kerkenraad noemt de bewijsvoering voor die aanname echter „flinterdun”.

Ook meent de kerkrenraad dat het deputatenrapport „zich te gemakkelijk afmaakt van de verhouding tussen man en vrouw, zoals deze in de zogenoemde scheppingsorde gefundeerd is.” In de brief stelt de raad zich achter het minderheidsstandpunt van deputaat mr. D. A. C. Slump, die in tegenstelling tot de rest van de opstellers van het rapport, zich uitspreekt tegen de komst van vrouwelijke ambtsdragers.