Brand verwoest christelijke bibliotheek Libanon
TRIPOLI. Radicale islamieten hebben vrijdag in de Libanese stad Tripoli een christelijke bibliotheek met 78.000 boeken in brand gestoken. De schade is groot.
De collectie, die in het bezit was van de Grieks-orthodoxe priester Ibrahin Sarruj, bevatte diverse zeldzame en onvervangbare titels.
De al-Saehbibliotheek was door de priester bijeengebracht op basis van de 4000 boeken die hij van zijn vader had geërfd. De priester staat bekend als deskundige op het gebied van de islam. Zijn bibliotheek was geliefd bij zowel christenen als moslims en vormde de tweede in grootte in Libanon.
In de aanloop naar de brandstichting verspreidden radicale salafisten vorige week in Tripoli geruchten die Ibrahin Sarruj in een kwaad daglicht stelden. Er werd beweerd dat de priester een artikel zou hebben gepubliceerd dat beledigend was voor de islam. In een andere versie heette het dat er in een van de boeken in de bibliotheek van de priester een pamflet was gevonden waarin de profeet van de islam werd beschimpt. Daags voor de brandstichting leidden de geruchten al tot de beschieting van een medewerker van de bibliotheek, Bashir Hazzuri.
Door zowel christenen als moslims in Libanon is geschokt gereageerd op de brandstichting. Vrijdagavond hielden duizenden mensen uit protest een stille tocht in het centrum van Tripoli. De deelnemers droegen spandoeken met teksten als ”Tripoli is een vreedzame stad” en ”Dit is in strijd met de leer van de profeet”.
Volgens het hoofd van de veiligheidsdienst in Tripoli, Bassam al-Ayyubi, heeft Ibrahin Sarruj niets te maken met het op internet gepubliceerde gewraakte artikel over de islam. Het zou enkele jaren geleden geschreven zijn door Ahmad al-Qadi, die geen Libanees is. Ook Libanese politici hebben de brandstichting veroordeeld. Door velen werd de brandstichting geïnterpreteerd als een poging om christenen angst aan te jagen. De salafistische sjeik al-Rafei uit Tripoli verwees hier uitdrukkelijk naar in zijn veroordeling van de brandstichting. Hij nam het echter op voor de christenen. „We zullen zij aan zij blijven wonen.”