Zeeuwse Baarland bestaat ondanks vele overstromingen al 1000 jaar
BAARLAND. Vanuit de wijde omtrek valt de kerktoren van Baarland te zien. Het is de plek waar een Duitse scherpschutter zich op 26 oktober 1944 schuilhield. Toen Schotse soldaten nietsvermoedend het dorp binnenkwamen, schoot de Duitser er drie dood. Daarna werd hij zelf gedood door Jim, een van de Schotten. Het is een van de vele gebeurtenissen in de duizendjarige geschiedenis van het Zuid-Bevelandse dorp.
Het oudste document waarin Baarland, behorend bij de gemeente Borsele, wordt genoemd, stamt uit het jaar 1014. Het dorp bestaat dus al zeker duizend jaar. Het jubileumjaar gaat morgen officieel van start.
Dorpbewoonster Carola Kaelen verdiepte zich in de historie van het dorp. „Niet alleen Baarland bestaat duizend jaar, dat geldt ook voor het nabijgelegen Borssele en Oudelande. Van die dorpen is echter veel minder bekend, omdat ze een minder belangrijke rol speelden in de geschiedenis”, weet Kaelen.
„Baarland bestond in het begin uit niet veel meer dan wat huisjes op een smalle kreekrug. Machtige abdijen van Vlaanderen zorgden ervoor dat er veel gebied werd ingepolderd. Ondanks de aangelegde dijken overstroomde Baarland echter 47 keer. Zeker het begin van de veertiende eeuw geldt als een rampperiode.
In 1314 mislukten alle oogsten, waarna 10 procent van de bevolking van honger stierf”, weet Kaelen. „Daarna volgde de pest. En tot overmaat van ramp kwam er in 1318 zo’n zware storm dat het hele dorp werd overspoeld.”
Toch verdween Baarland niet voor altijd in de golven. Centraal in het dorp, met slechts twaalf straten, staat de hervormde kerk. Het eerste bedehuis op deze plaats werd in 1295 verwoest, toen het hele dorp in brand stond na een veldslag.
Bijzonder aan de huidige kerk, gebouwd in 1313, is dat hij veel groter geweest is dan het huidige gebouw. „In 1774 was er onvoldoende geld om het grote gebouw te onderhouden. Daarom zijn de zijbeuken gesloopt en werden de stenen verkocht. De ruimte in de kerk werd later nog kleiner doordat de Baarlanders het koorgedeelte van het schip scheidden. Het koor deed daarna dienst als school. ’s Winters was het daar snijdend koud. Deze situatie duurde tot 1880, toen er een schoolgebouw in gebruik werd genomen.”
De bloeitijd van Baarland duurde ongeveer van het midden van de veertiende tot halverwege de vijftiende eeuw. „Baarland kreeg toen marktrechten”, zegt Kaelen. „En omdat er aan beide kanten van het dorp water stroomt –dat van de Schelde en de Zwake–, bloeide de handel. De plaats vormde het centrum van Zuid-Beveland en was belangrijker dan Goes. Nadat er in 1445 een dam in de Zwake werd gelegd, verhuisde de handel voor een groot deel naar Goes.” Het dorp raakte langzaam maar zeker in verval en de inwoners leefden daarna van veeteelt en landbouw.
Wie Baarland bezoekt en er goed rondkijkt, ontdekt de herinneringen aan twee kastelen. De heren van Renesse waren de trotse eigenaren van kasteel Hellenburg. Alleen de gerestaureerde fundamenten zijn nog zichtbaar. Waarschijnlijk is een stormvloed in 1477 desastreus geweest voor dit kasteel. Daarna werd het nooit meer opgebouwd.
Naast de hervormde kerk ligt de toegang tot slot Baarland. Prenten uit vroeger tijden schetsen een beeld van een imposant gebouw. Hugo van Baarland zwaaide er de scepter, maar Floris V ontnam hem het kasteel en gaf het in handen van de heren van Renesse.
De sloop van het rond 1300 gebouwde kasteel volgde in 1840. Enkele tientallen jaren geleden is een deel herbouwd. Wie nu de toegangspoort passeert en langs de gracht om het koetshuis en de tuinen met een aantal torens loopt, ziet iets van de glorie van het oude kasteel.
Lopend door Baarland proef je de historie. Zoals bij De Vaete. Deze plek deed vroeger dienst als drinkplaats voor de dieren en als wasplaats voor de vrouwen. Vandaag de dag is De Vaete enkel in gebruik als schaatsvijvertje voor de dorpsjeugd.
Boven de zijingang van de kerk hangen de schandstenen als zichtbare herinnering aan het verleden. Twee stenen van elk 4,5 kilo zwaar, die roddelende of kijvende vrouwen als straf om hun nek kregen gehangen, waarna ze een rondje door het dorp moesten lopen. De stenen zijn lang niet meer van hun plaats geweest.