Nederland in blijdschap en verwarring na WO II
GROESBEEK. Fotobeelden van Arie Pak in een kaasfabriek in Bodegraven bereikten het Amerikaanse Congres. Ze moesten de volksvertegenwoordiging overtuigen van het belang van het Marshallplan op plaatselijk niveau. Die hulp was voor Nederland onontbeerlijk voor de wederopbouw na de vernietiging door de Tweede Wereldoorlog.
Het Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945 in Groesbeek opende recent een langdurende wisseltentoonstelling over de tijd direct na het wereldwijde treffen.
Het is een tijd van feesten en puinruimen, van opbouwen en inhoudelijk heroriënteren. Het markeert het begin naar de toekomstige welvaartsstaat van de jaren 60 en later.
Direct na de oorlog feesten veel Nederlanders. Dat liberaal, socialist, protestant en rooms-katholiek dat gezamenlijk doen, is voor de expositie een verklaring voor de progressieve doorbraakgedachte: geen opdeling van de maatschappij in deze zuilen, maar samenvoeging in onder meer de Partij van de Arbeid.
Een tegenbeweging laat niet lang op zich wachten. De roep om moreel herstel klinkt ook. Veel conservatievere Nederlanders zien met lede ogen de vrije seksuele moreel aan en bepleiten herstel van het gezin.
De realiteit keert terug. Met name de regio’s Zeeland, Oost-Brabant en Arnhem-Nijmegen zijn zwaar getroffen. Een medewerker van het Bureau Verzorging Oorlogsslachtoffers doet verslag van talloze verwoeste Brabantse dorpen. „Niemand kan vertellen wie het bestuur in handen heeft.”
Een filmpje op de expositie laat zien hoe mannen kapotte stenen verzamelen, schoonbikken en hergebruiken voor de herbouw van huizen. Er is niet alleen een tekort aan bouwmaterialen. In een vitrinekast staat een arbeidscontract van de Nederlandse Spoorwegen. Op de achterkant een gehate vordering van brandstoffen door de Wehrmacht. Want er heerst ook papierschaarste. De mentaliteit is echter: niet klagen, maar doorgaan.
Vanwege het tekort zijn allerlei levensbehoeften op de bon: tabak, koffie en andere levensmiddelen. Na verloop van tijd wordt de verstrekking via bonnen minder. Een etalage toont ”Fietsen met banden zonder bon”. Veel mannen kijkt begerig naar het moois.
Nederland koopt voedsel en brandstoffen in de VS. In 1947 is het geld echter op en bedenkt de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, George Marshall, zijn hulpplan. Nederland krijgt uiteindelijk 2 miljard dollar.
De hulp gebruiken de Amerikanen echter ook als drukmiddel. Onder dreiging van het intrekken van de Marshallhulp gaat Nederland overstag om Nederlands-Indië zelfstandig te laten worden.
Ondertussen houdt het rooms-katholieke vrouwenblad Margriet een actie om stoffen te verzamelen voor babyluiers. Als dit onvoldoende effect sorteert, doet het orgaan een hartstochtelijke oproep om stof niet te verspillen aan mode voor de rijken, een gedachte die eind jaren 40 breed leeft.
Het harde werken wordt beloond. In 1946 richt de ANWB de Wegenwacht op, ter bevordering van ’s lands mobiliteit. Vanaf de jaren 50 krijgen gezinnen steeds vaker een eigen auto.
Kenmerkend is het ontstaan van De Efteling in 1951 en Madurodam een jaar later. En wie nog geen auto kan betalen, zet zijn klapstoel in de berm om naar auto’s te kijken.
Amerika is vanaf de jaren 40 tot midden jaren 60 populair in Nederland. Dat is in de culinaire en culturele wereld goed merkbaar. Coca-Cola doet zijn intrede – 10 cent per gekoeld flesje. Ook de muziek verandert. De expositie laat jazzmuziek en Frank Sinatra horen.
De mode vernieuwt. Christian Dior krijgt kritiek op zijn wijde-rokontwerp: verspilling van stof. Louis Reard gebruikt in 1946 weer te weinig stof voor de bikini: „Veel te bloot.” En zo wordt Nederland langzaam rijp voor de secularisatie van de jaren 60.
De tentoonstelling ”Van Drees tot Frank Sinatra, De jaren van wederopbouw na WO2” is te zien tot en met 23 augustus in het Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945, Wylerlaan 4 in Groesbeek.