Binnenland

‘Verdachte’ Schipholbrand eist ruim 6,5 ton

DEN HAAG (ANP). Ahmed Al-J. die jarenlang is vervolgd voor de Schipholbrand, eist een schadevergoeding van 663.700 euro van de staat. Dat hebben zijn advocaten Raymond Frijns en Eduard Damman dinsdag aan het ANP laten weten. Het hof buigt zich 14 januari over het verzoek, meldde Frijns.

24 December 2013 10:56Gewijzigd op 15 November 2020 07:52
Cellencomplex na de brand. Foto ANP
Cellencomplex na de brand. Foto ANP

De Libiër werd in maart definitief vrijgesproken van opzettelijke brandstichting in het cellencomplex op Schiphol. De verwoestende brand op 27 oktober 2005 kostte 11 mensen het leven. Al-J. schoot een shagje weg richting het voeteneind van het bed waar hij op lag.

Het OM meende dat er op z’n minst sprake was van schuld van Al-J. en waarschijnlijk ook van opzet. Maar het gerechtshof in Den Haag sprak hem vrij, want van opzet was geen sprake. De Libiër was eerder door het hof in Amsterdam nog wel veroordeeld tot 1,5 jaar cel voor brandstichting, maar de Hoge Raad oordeelde dat de zaak over moest.

De advocaten vinden dat „de uitzonderlijke omstandigheden” een forse schadevergoeding rechtvaardigen. Zo zat Al-J. in totaal 514 dagen in voorlopige hechtenis. Deze voorlopige hechtenis werd 892 dagen geschorst, maar daaraan zaten wel „verschillende vrijheidsbeperkende voorwaarden”.

Al-J. liep door de brand zwaar letsel op en lag een tijd in coma. Hij zou tegen het advies van medische deskundigen in vlak na het ontwaken uit coma langdurig en meerdere keren zijn gehoord. Ook zat hij volgens zijn advocaten in een zogeheten individueel regime, dat inhoudt dat hij geen contact met andere gevangenen had en was onderworpen aan 24-uurs cameratoezicht.

Advocaat Frijns zegt dat het Openbaar Ministerie hem heeft laten weten om Al-J. „in het geheel geen schadevergoeding toe te kennen”. Een woordvoerster van het OM kan dat niet bevestigen. Ze zegt voorafgaand aan de zitting niet inhoudelijk op de zaak te willen ingaan, om een discussie buiten de rechtszaal te voorkomen.

Al-J. werd als ongewenst vreemdeling uitgezet naar Libië. Daar woont hij nu nog steeds, maar zijn advocaat Anja van den Akker probeert alsnog een verblijfsvergunning voor hem te regelen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer