Amjad bracht hem naar Madressa Jamia al Qasim al Aloom, een islamitische school, waar hij gedwongen werd de kalima, de islamitische geloofsbelijdenis, te reciteren. Zeeshan Gill werd bedreigd en geslagen en kreeg te horen dat hij nu moslim geworden was. Als hij zou proberen om weg te lopen of zich opnieuw tot het christendom bekeren, zou hij door zijn ontvoerders gedood worden. Hij werd gedwongen om dagelijks te vasten en zijn ontvoerders begonnen hem instructie te geven in het gebruiken van geweren, pistolen en handgranaten.

Zijn moeder Razia, een medisch technicus in het plaatselijke ziekenhuis Sargodha, ondernam een zoektocht naar Zeeshan. Op de derde dag ontdekte ze dat Zeeshan in de Jamai-moskee werd vastgehouden en dat hij de islam zou hebben aangenomen. Zij zocht een advocaat en kreeg een deurwaarder mee van het gerechtshof. Toen zij samen met de deurwaarder en een functionaris van de rechtbank Zeeshan daadwerkelijk ontmoette, vertelde deze dat hij overgegaan was tot de islam en dat hij niet naar zijn moeder terug wilde.

Omdat Zeeshan kennelijk bang was en gedwongen werd om deze verklaring af te leggen, sommeerde de deurwaarder de islamitische geestelijke Maulvi Sohail op 14 november voor het gerecht te verschijnen. Voor de rechtbank verklaarde de jongen echter opnieuw dat hij tot de islam was overgegaan, uit eigen vrije wil, en dat hij pas naar zijn moeder terugwilde als zij ook moslim zou worden. Moeder Razia vroeg de rechter om Zeeshan alleen te mogen spreken, maar de rechter achtte dat niet zinvol, omdat de jongen overgevoelig was. Afgezien van het feit dat de jongen minderjarig was, had hij het recht om tot een andere godsdienst (in dit geval de islam) over te gaan. De moeder kon daartegen niets ondernemen.

Op 20 november werd Zeeshan naar huis gestuurd met een bewaker om zijn kleren op te halen. Vorige week maandag ging hij opnieuw naar huis, nu om zijn familie te ontmoeten. Hij verklaarde dat zijn leermeesters hem naar Raiwind wilden zenden, waar hij een training zou krijgen om van daaruit naar Kasjmir uitgezonden te worden voor de jihad.

Moeder Razia slaagde er, samen met een andere zoon, in om Zeeshan naar hun ouderlijke geboorteplaats Multan te ontvoeren. Daar werd hij in contact gebracht met de mensenrechtenorganisatie Claas, die zijn zaak nu behartigt.