Opinie

Nederlandse bijdrage aan VN-missie Mali goed plan

Nederland doet er goed aan militairen naar Mali 
te sturen, stelt Kees 
Homan.

Kees Homan
20 December 2013 16:57Gewijzigd op 15 November 2020 07:50
Franse militairen in Mali. beeld EPA
Franse militairen in Mali. beeld EPA

De Tweede Kamer stemde vorige week met grote meerderheid voor een Nederlandse bijdrage aan de VN-missie in Mali. Het maatschappelijk draagvlak voor het sturen van de Nederlandse militairen naar Mali steekt daar echter schril bij af. Uit een recente publieke opiniepeiling blijkt dat slechts een kwart van de bevolking achter de missie staat; 43 procent van de Nederlanders is tegen. De vraag rijst hoe het mogelijk is dat het kabinet toch op zo’n grote politieke steun kon rekenen.

Daar zijn meerdere redenen voor. In de eerste plaats wordt de Sahel, waartoe ook Mali behoort, in de Internationale Veiligheidsstrategie die minister van Buitenlandse Zaken Timmermans eerder dit jaar publiceerde als een van de belangrijkste (potentiële) conflicthaarden in de omgeving van Europa genoemd. Nu de Amerikanen hun militaire oriëntatie naar de Stille Oceaan verleggen, krijgt Europa meer verantwoordelijkheid voor de bescherming van zijn ‘achtertuin’ in Afrika.

Naast de gebruikelijke argumenten zoals bescherming van de internationale rechtsorde en solidariteit, wijst het kabinet verder vooral ook op de instabiele situatie in dit op vijf na armste land ter wereld. Het noorden van Mali is immers een broedplaats van jihadisme en criminaliteit. Het land ligt op een kruispunt van smokkelroutes. Deze lopen vanuit Zuid-Amerika, via de Sahel naar onder meer Europa, waar ze aansluiten op lokale criminele netwerken. Ook is er sprake van mensenhandel en illegale immigratie richting ons werelddeel.

Eerder dit jaar liet Nederland het afweten toen gevraagd werd een bijdrage te leveren aan de trainingsmissie van de EU in Mali. Dat wekte in de EU enige verbazing. Hoewel het uiteraard ontkend wordt, is de bijdrage aan de VN-missie in Mali daarom tot slot ook te beschouwen als een goedmakertje; een poging om het verloren prestige te herstellen. Daar komt bij dat de VN al jaren klagen dat het Westen het laat afweten bij de talrijke VN-missies in Afrika.

Risicovol

Ter ondersteuning van de voornamelijk Afrikaanse VN-troepen in Mali levert Nederland nu met commando’s, inlichtingenanalisten en Apachehelikopters een belangrijke inlichtingencapaciteit die bij de VN-missie in Mali ontbreekt.

Het kabinet maakt terecht duidelijk dat er sprake is van een risicovolle missie, waarbij het gebruik van geweld en korte hevige gevechtscontacten met terroristen niet zijn uitgesloten. Jihadisten beschouwen de Nederlandse militairen zelfs als legitiem doel.

De risico’s zijn het grootst voor de commando’s die in Noord-Mali inlichtingen moeten vergaren. De Nederlandse inlichtingenanalisten en het ondersteuningspersoneel worden grotendeels op de hoofdkwartieren in Gao en Bamako gehuisvest, die door buitenlandse troepen worden beveiligd.

De VN-missie in Mali is een gemengde civiele en militaire missie. De civiele elementen van het mandaat ademen een geest van maakbaarheid: inrichting van een justitieel apparaat, assistentie bij het electorale proces, toezicht op naleving van de mensenrechten, herstel van het staatsgezag et cetera. We hebben in Mali echter te maken met een traditionele, etnische en agrarische samenleving die we geen westerse normen en waarden kunnen opdringen.

De missie is overigens nog niet voor de helft gevuld. Onduidelijk is in hoeverre de (mogelijke) niet-volledige personele vulling van de geautoriseerde 12.640 militairen invloed heeft op de uitvoering van het mandaat. Inmiddels is er ook sprake van uitbreiding van het aantal blauwhelmen in de Centraal-Afrikaanse Republiek en overweegt de Afrikaanse Unie de troepen bij de vredesmissie in Somalië uit te breiden. De sterkte van de VN-missie in Mali beïnvloedt echter wel de reikwijdte en de impact van het mandaat.

Mobiliteit

Een belangrijk punt van kritiek in het parlementaire debat was dat het VN-verzoek om tevens transporthelikopters aan de VN-missie bij te dragen onbeantwoord bleef. Het betreft hier immers een kerncapaciteit, zoals bij elke operatie in de afgelopen twintig jaar is gebleken. Transporthelikopters vergroten de reikwijdte, de snelheid en de duur van de inzet van de verkenningsteams.

In de toezeggingen van helikopters door Burkina Faso, Niger, Senegal en Bangladesh hadden de Kamerleden weinig vertrouwen. De commandant der strijdkrachten verklaarde echter dat de bewapende voertuigen en lichte mortieren van de commando’s voldoende tactische mobiliteit verschaffen.

Minister van Defensie Hennis-Plasschaert deelde overigens tijdens het parlementaire debat mee dat een ander land, waarmee ons land graag samenwerkt, dicht bij een beslissing staat om helikopters beschikbaar te stellen.

Onduidelijk is in hoeverre de Nederlandse commando’s qua optreden passen binnen de stabiliseringsrol of bijdragen aan de Franse campagne ter bestrijding van terrorisme en criminaliteit. Hoewel beide doelen in lijn zijn met de Internationale Veiligheidsstrategie, kunnen ze in de praktijk op gespannen voet staan met elkaar.

Tot slot. De wortel van het probleem in Mali ligt in de jarenlange marginalisering van het ”arme noorden” door het ”rijke zuiden”. Herstel van de nationale eenheid is dan ook de belangrijkste uitdaging voor de VN. Daarvoor zijn stabiliteit en veiligheid vereist. Nederland kan daaraan een substantiële militaire bijdrage leveren.

De auteur is generaal-majoor der mariniers b.d. en verbonden aan het Instituut Clingendael.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer