Kerk & religie

Lord Radstock bracht Russen het Evangelie

Honderd jaar geleden, op 8 december 1913, overleed de rijke Engelsman Lord Radstock. Hij bracht het Evangelie aan de Russische aristocratie. Veel mensen die aanvankelijk niets van zijn boodschap moesten hebben, kwamen tot geloof.

G. Roos
18 December 2013 20:22Gewijzigd op 15 November 2020 07:46
Beeld RD
Beeld RD

Een slagveld op de Krim halverwege de negentiende eeuw. Rusland en de Europese grootmachten vochten om macht en invloed. Hier lag een koortsige Lord Radstock op sterven. De Engelsman bad. Misschien boog hij zijn knieën. En hij genas. Daarop kwam er een radicale ommekeer in zijn leven. De rijkaard ging vroegere vijanden het Evangelie preken.

Lord Radstock (1833-1913) –hij heette eigenlijk Granville Augustus William Waldegrave– behoorde tot een oude, rijke Engelse familie. Z’n moeder moet hem wel hebben voorgehouden dat zalig worden vrije genade is. Maar er kwam een moment in zijn leven dat hij niet langer genoeg had aan dogma’s. Hij kreeg een ongeluk. En hij realiseerde zich daarbij dat hij –als hij was gestorven– niet naar de hemel gegaan zou zijn. Toen kreeg hij zicht op de Heere Jezus. Later, op het slagveld, geveld door koorts, ontving hij geloofszekerheid.

Engelse geschriften vertellen dat Lord Radstock Christus aanvaardde „als zijn persoonlijke Zaligmaker.” Dat hij zich had bekeerd en zijn hart aan de Heere gegeven had. Radstock conformeerde zich niet aan enige confessie. Hij had er moeite mee te erkennen dat God de zonden eeuwig straft. Hij beklemtoonde sterk de opdracht van gebed voor zieken. God beloofde immers genezing op het gebed? Hij had kerkelijke contacten, maar aanvankelijk ook nauwe connecties met de Vergadering van Gelovigen. Later zelfs met rooms-katholieken.

Rechtzinnige gereformeerden die leven bij de Dordtse Leerregels (1618/1619) of de belijdenis van Westminster (1646) stellen kritische vragen bij de geciteerde woorden. Maar vragen of geen vragen: Radstock had grote liefde voor en beleed de inspiratie van de Bijbel. Hij bad veel. Hij zorgde voor armen. Hij reisde niet op zondag. Hij bezocht de wereldzendingsconferentie te Edinburgh (1910). Hij sprak over Gods Woord tot anderen, vooral tot mensen van zijn eigen stand. Hij hield Bijbellezingen in zijn eigen huis. En hij had aandeel in de opwekking in Engeland in de jaren 60 van de 19e eeuw.

Sint-Petersburg

Enige tijd na zijn verblijf op de Krim ontmoette Lord Radstock in Parijs mensen uit Russische aristocratie. Hij vroeg zich af of hij iets kon doen voor zijn vroegere vijanden. De verstarde Orthodoxe Kerk, die de tsaar trouw bleef, bepaalde in Rusland goeddeels het religieuze klimaat. Een Russische dame –zij moest eerst niets van Lord Radstock hebben– nodigde hem uit voor een bezoek met de woorden: „Kom in Petersburg het Evangelie brengen!” Hij ging. Eind 1874 bracht hij er ongekunsteld de boodschap van zonde en genade aan aristocraten.

Radstock bevond zich in het centrum van de macht. Niet Moskou maar Sint-Petersburg was tussen 1703 en 1918 hoofdstad van het Russische rijk. De tsaar werd gekroond in de Oespenskikathedraal te Moskou, maar woonde doorgaans in Sint-Petersburg. De meesten tsaren liggen daar in de Petrus en Pauluskathedraal begraven. De Engelse evangelist preekte in paleizen, bijvoorbeeld in dat van de prinsessen Natalia Lieven en Vera Gagarina. Ook sprak hij voor kolonel Vasili Pashkov, graaf Modest Korff, graaf Bobrinsky en anderen.

De gebeurtenissen trokken de aandacht van literatoren. De schrijver Dostojevski (1821-1881) besteedde in zijn ”Dagboek van een schrijver” vele bladzijden aan de beweging die Lord Radstock ontketende. Tolstoj deed dat in ”Anna Karenina”, Leskov in ”Scheuring in hogere kringen”. Hij had niet veel op met Lord Radstocks theologische kennis. Toch schreef hij: „Je kunt er geen ogenblik aan twijfelen dat deze man leeft door de Geest.” En een orthodoxe priester zei over de periode dat Radstock in Sint-Petersburg preekte: „Wie geen Radstockist is, verlaagt zichzelf in de ogen van de samenleving.”

Invloed

Vorstin Sophie Lieven (1880-1964) –Lord Radstock preekte in het paleis van haar moeder Natalia– beschreef die ervaring onder de titel ”Een zaad dat rijke vrucht voortbracht” (1952). Zij had van nabij gezien hoe het door Radstock gestrooide zaad was ontkiemd en vrucht had gedragen. Zij schreef over de bekering van mensen met hoge posities aan het hof van tsaar Alexander II. Een voorbeeld vormt de verandering in het leven van de zeer rijke Pashkov (1831-1902), die ooit diende als officier in de keizerlijke garde.

Pashkovs vrouw nodigde Radstock uit voor een diner. Haar man was daar faliekant op tegen. Natuurlijk spraken Radstock en zijn aanhangers aan tafel over Gods Woord. Dat zei Pashkov allemaal niets. Totdat Radstock plotseling voorstelde te knielen voor een gebed. Dat zat de huisheer danig dwars. Maar juist dat werd middel tot de grote verandering in zijn leven. „Hem ging het licht op”, schreef Sophie. Zoals later ook voor graaf Bobrinsky, die ooit minister van Vervoer in Rusland was. Dat haalde de literatuur: Dostojevski, Tolstoj, Leskov.

Vorstin Sophie liet het niet bij „hem ging het licht op.” Zij beschreef ook hoe dat knielen Pashkov trof. „Plotseling werd het hem duidelijk dat dit hem persoonlijk aanging. Hij was de verloren zondaar over wie de evangeliën spraken. Hij moest boete doen als de verloren zoon. Hij zag op dat moment de hele hopeloosheid van zijn toestand, maar zag ook dat er bij God vergeving is. Op grond van het lijden en de dood van Jezus Christus.” De bijeenkomsten met Lord Radstock vormden –zo bleek later– het begin van een opwekkingsbeweging in Rusland.

Drie bronnen

Lord Radstock bracht in de periode 1877-1878 opnieuw een bezoek Sint-Petersburg. Toen werd hij door het tsaristisch regiem verbannen. Het huis van Pashkov werd echter een evangelisatiecentrum. Hij had met Korff en Bobrinsky de leiding in de voortzetting van het werk onder de aristocratie en mensen van lager allooi. Er verschenen traktaatjes, zondagsscholen bloeiden, voor de armen werden gaarkeukens gesticht en naaicursussen gestart. De Bijbel werd gelezen en Pashkov bracht het Evangelie op zijn landgoederen, in hospitaals en in gevangenissen.

Ook het atheïsme manifesteerde zich. Niet alleen de communisten, die vanaf 1917 de macht grepen, vervolgden christenen. Tsaar Alexander III –regerend van 1881 tot 1894– bleek uiterst conservatief. Hij ontsloeg de door zijn vader benoemde, liberalere ministers en de politie kreeg meer bevoegdheid. De tsaar zag zichzelf als verdediger van de starre, ritueel getinte Russisch-Orthodoxe Kerk, die weinig boodschap had voor het dagelijks leven. Volgens hem verdienden joden, roomsen en protestanten slechts verbanning naar Siberië. Pashkov stierf als balling.

Lord Radstock had iets nieuws gebracht in het vanouds orthodoxe Rusland. In Oekraïne ontstond al in de negentiende eeuw onder mennonitische, lutherse en gereformeerde invloed het stundisme. Oekraïense boeren bezochten regelmatig Bijbellessen: Bibelstunden. In de Kaukasus was er sprake van een Schriftgetrouwe, baptistische opwekking. In Sint-Petersburg was er sprake van zegen op het werk van Lord Radstock. Die drie bronnen zorgden voor water in de rivier van het Russische baptisme. Zo komt het dat Friedensstimme Engeland in de jaren 90 zijn naam veranderde in Radstock Ministries.

De in omloop zijnde verhalen over Lord Radstock bieden uiteenlopende informatie over zijn verblijf in Sint-Petersburg. Ze komen niet altijd met elkaar overeen. Overigens deed hij in zijn leven nog veel meer dan in de periode in Sint-Petersburg. Maar juist in die stad was zijn invloed verstrekkend. Vaak veranderden juist de mensen die in eerste instantie elk contact en zijn boodschap van het Evangelie afwezen.

Lord Radstock was in 1867 in Nederland betrokken bij de oprichting van de Evangelische Alliantie. Hij bezocht zeven keer India en bracht ook daar de bezittende klasse het Evangelie. En hij deed nog veel meer. Hij was bepaald geen dogmatische scherpslijper. Vooral richtte hij zich op wat allen die de naam christen dragen gemeenschappelijk hebben.


Derde klas, omdat er geen vierde is…

Van 1889 tot zijn overlijden op 8 december 1913 woonde Lord Radstock in het huis Mayfield, onderdeel van landgoed in het toenmalige dorp Woolston nabij Southampton. Radstock trok zich weinig aan van kerkelijke structuren. Toch mocht hij in de dorpskerk preken.

De Engelsman was rijk, maar hij kleedde zich heel eenvoudig. Ook reisde hij per trein in de derde klas. „Waarom doet u dat toch, Lord Radstock?” moet iemand hem ooit hebben gevraagd. Zijn antwoord luidde: „Omdat er geen vierde klas is.” Ondertussen gaf hij veel uit ten dienste van zijn arme medemensen die hij overal ter wereld ontmoette.

Het huis Mayfield herbergde nu eens prinsessen, dan weer berooide vluchtelingen. Een kwarteeuw na het overlijden van Lord Radstock, in 1938, kreeg het landgoed de functie van een park. In 1956 trof de slopershamer het grote huis. Maar nog altijd is de lodge, de behuizing voor personeel, in tact.

Sedert 1810 siert een obelisk de tuin, ter nagedachtenis van de politicus James Fox. Later wijdde de toenmalige eigenaar, een hoge militair, de obelisk aan twee van zijn in het park begraven paarden. Maar Lord Radstock bracht een andere inscriptie aan: „De aarde is des Heeren, en haar volheid” (Psalm 24:1).

Toen hij in 1913 het tijdelijke met het eeuwige verwisselde, begroeven de nabestaanden Lord Radstock op het kerkhof bij de dorpskerk van Weston, dicht bij zijn woonhuis. De rouwpreek ging over de tekst: „Het leven is mij Christus, en het sterven is mij gewin” (Filippensen 1:21). De Engelstalige pers schreef allerwegen over zijn overlijden.


In de salons van de aristocratie

„Kom in Petersburg het Evangelie brengen!” had een dame gezegd. En dat deed Lord Radstock. Hoe ging dat? De Russische auteur Lev Tolstoj (1828-1910) geeft in een van zijn boeken, ”Anna Karenina”, een beetje satirisch een beeld van de bijeenkomsten. Lord Radstock heet in dat boek Kiesewetter.

„Bij de oprit hielden prachtige equipages stil en dames in zijde, fluweel en kant, met vals haar en kunstmatige boezem kwamen de zaal in. Tussen de dames zaten ook enkele heren, militairen en burgers en vijf eenvoudige lieden, twee huisknechten, een winkelier, een koetsier en een kantoorbediende.”

De prediker „sprak erover dat de zonden der mensen zo groot zijn en de straffen daarop zo zwaar, dat het onmogelijk zou wezen in afwachting daarvan te leven. Als wij slechts over ons zelf nadenken, geliefde broeders en zusters, dan zullen wij begrijpen dat er voor ons geen vergeving, geen redding is, dat wij allen de ondergang zijn gewijd. Hij hield op en er werden snikken vernomen. De gravin zat aan een mozaïek tafeltje met het hoofd op de beide armen gesteund en haar gevulde schouders in stuipachtige beweging.” Maar „plotseling verhief de redenaar zijn gelaat (…) En toch is er redding. Zij is gemakkelijk en troostrijk en ligt in het voor ons vergoten bloed des enigen Zoons Gods, die zich uit liefde voor ons geofferd heeft.”

Radstock moet behalve in de salons van de aristocratie, zoals het paleis van prinses Lieven, ook gepreekt hebben in het kerkje van het Engelse gezantschap aan de Postamtstraat.


Lees in Digibron

Dood van Lord Radstock (De Heraut, 15-03-1914)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer