Inkomen melkveehouders herstelt zich
Dankzij de „historisch hoge” melkprijs zien Nederlandse melkveehouders hun inkomen fors verbeteren. Ook de akkerbouw presteert relatief goed. Legpluimveehouders draaien fors verlies.
In tegenstelling tot de melkprijs bereikt het inkomen zelf dit jaar geen record; in 2007 lag dat bijvoorbeeld ruim boven de 50.000 euro. In die tijd schommelde de melkprijs echter minder sterk dan de laatste jaren, nu de afschaffing van de Europese melkquotering in zicht komt. Die verdwijnt in 2015.
Het LEI maakte woensdag zijn jaarlijkse raming van de inkomens van boeren en tuinders bekend. Het instituut berekent het inkomen dat het bedrijf oplevert per ”onbetaalde arbeidsjaareenheid”. Meestal is dat de boer of tuinder zelf; ook meewerkende gezinsleden gelden als onbetaalde arbeidskrachten.
De melkveehouderij werkt duidelijk toe naar de afschaffing van het melkquotum. Boeren bouwen de laatste jaren veel nieuwe, grotere stallen. Ook zijn ze dit jaar meer koeien gaan houden, op het gevaar af dat ze beboet worden voor het leveren van meer melk dan hun quotum op dit moment toelaat.
Volgens een LEI-woordvoerder hebben sommige melkveehouders dat risico voor lief genomen vanwege de mogelijke invoering van zogenoemde dierrechten, een maximum aan het aantal te houden koeien. Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) dreigde daar eerder dit jaar mee als de sector niet in staat zou zijn om het mestoverschot in fabrieken te verwerken. Pas vorige week maakte Dijksma bekend dat dierrechten voor melkkoeien er definitief niet komen.
Opvallend is dat het aantal melkveebedrijven in Nederland voor het eerst in decennia vrijwel niet kleiner is geworden. De teller staat nu bij het LEI op 18.600 bedrijven met gemiddeld 87 koeien. Ook die trendbreuk heeft volgens het LEI te maken met de naderende afschaffing van het melkquotum. „Boeren die wilden stoppen hebben hun quotum verkocht toen het nog geld waard was. Degenen die door willen gaan, zijn overgebleven”, aldus de woordvoerder.