Kerk & religie

Jongere moet jeugdouderling wel kunnen vinden

Jeugdouderlingen zijn er voor jongeren. Ze zoeken het contact met de jeugd, de leefwereld is bekend terrein en de deur van de ambtsdrager staat altijd open voor jongelui met vragen. Tot zover de theorie. Want niet zelden is de jeugdouderling meer een manager op de achtergrond dan een zichtbaar baken in zee.

Evert Barten

16 December 2013 07:57Gewijzigd op 15 November 2020 07:42
Ds. Van Eckeveld. Foto RD
Ds. Van Eckeveld. Foto RD

Er is geen gemeente te vinden waar kinderen en jongeren helemaal afwezig zijn. Zeker in gemeenten waar het aantal jongeren vaak in de honderden loopt, is het niet vreemd dat een kerkenraad besluit een jeugdouderling in te zetten.

Jongeren verdienen immers speciale aandacht, is de gedachte. Maar tegelijk is het een complexe groep die steeds verandert en de afstand tot leidinggevenden vaak niet als een probleem ervaart. Binding met de kerk is soms een probleem en ouderen maken zich grote zorgen over de talloze gevaren van buitenaf die jongeren bedreigen.

Daar komt nog bij dat er binnen het gemeentewerk tal van momenten en plaatsen zijn waarop jongeren opduiken. Op huisbezoek, bij catechisatie, op jeugdvereniging, in jeugdhonken; houd dan als kerkenraad maar eens het overzicht. Een jeugdouderling kan hier goed bij helpen. Van hem wordt verwacht alles in de gaten te houden, het jeugdwerk in goede banen te leiden en te rapporteren aan de kerkenraad of alles een beetje draait.

Verloren schapen

Arjan Tanis (41) is zo’n spil in het jongerenweb binnen de Sliedrechtse Beth-Elgemeente (cgk). Sinds 2000 heeft deze gemeente een jeugdouderling. Tanis heeft nu acht jaar ervaring en weet als geen ander hoe het is om je als ouderling volledig op de jeugd te richten. „Ik voel me vaak een manager die alle eindjes aan elkaar moet knopen. Overigens doe ik dat graag, maar het kriebelt toch wel als je bijna geen contact met jongeren kunt hebben omdat je druk bent met van alles en nog wat.”

Daarom vroeg hij de kerkenraad vorig jaar om catechisatie te mogen geven. Daarmee heeft Tanis nu een structureel contactmoment, waarvan hij dankbaar gebruikmaakt. Want het gaat wel ergens om. „Het zijn verloren schapen waar je als ambtsdrager achteraan moet. Dat is de diepe betekenis van het jeugdouderling zijn. Natuurlijk moet je ook weten waar jongeren zich mee bezighouden op het gebied van muziek, seksualiteit en sociale media. Maar het gaat uiteindelijk om hun ziel.”

Talloze overleggen

Toen Tanis aangesteld was als jeugdouderling, nam hij zich voor alle 13-jarigen uit de gemeente te bezoeken. Maar, „dat ga je niet bijhouden”, was al snel zijn conclusie. Nog lastiger werd het toen hij voorzitter werd van de commissie jeugdbeleid binnen zijn gemeente. Talloze overleggen met catecheten, jeugdmentoren en voorzitters van jeugdverenigingen, clubs en het jeugdhonk Uit-Stek slokken hem op. Om er vervolgens met pijn in het hart achter te komen dat hij aan de jongeren zelf niet toekomt. „We hebben inmiddels een tweede jeugdouderling aangesteld, zodat de taken meer verdeeld zijn en er meer ruimte is voor persoonlijk contact.”

Ondanks de drukte ziet Tanis de voordelen van het jeugdouderlingschap. Hij noemt onder meer het ontlasten van de kerkenraad. In Sliedrecht Beth-El is de gemiddelde leeftijd relatief laag, maar ook als de leeftijd hoger of zelfs hoog ligt, is het volgens de jeugdouderling verstandig om iemand met gevoel voor jongeren aan te stellen als aanspreekpunt. „Er komt zo veel op onze jongeren af; een kerkenraad moet de ontwikkelingen kennen om er goed beleid op te kunnen maken. Een rapporteur in de vorm van een jeugdouderling kan daarbij helpen.”

Huisbezoeken

Sinds Tanis jeugdouderling is, heeft hij geen eigen wijk meer. Hij gaat daarom nog maar sporadisch op huisbezoek. Alleen als een ambtsbroeder ziek of verhinderd is, springt hij bij. Voor ouderling H. Huisbrink van de hersteld hervormde gemeente in Genemuiden is dat juist een punt waarom hij blij is een ‘gewone’ ouderling te zijn. Breed in de gemeente staan en jongeren in hun huiselijke omgeving opzoeken; hij zou het niet willen missen. „Dat is toch het mooiste, om zo breed mogelijk inzetbaar te zijn. Daarmee zeg ik niet dat een jeugdouderling verkeerd is hoor, maar zoals het bij ons geregeld is, vind ik het mooi.”

De ouderling doelt op het feit dat hij weliswaar geen jeugdouderling is, maar zich toch verantwoordelijk weet voor het jeugdbeleid. Begrijpelijk dat de gemeente hier iemand voor vroeg. De hhk in Genemuiden telt zo’n 1400 zielen, waarvan niet minder dan de helft onder de 30 jaar is. Alleen de tieners vormen al een groep van ruim 300.

Huisbrink houdt contact met jv-leiders en probeert veel aanwezig te zijn op avonden waar de jeugd aanwezig is. Daar treft hij jongeren die uit zichzelf al naar zulke gelegenheden komen. Betrokken jeugd dus. Op huisbezoek spreekt hij ook degenen die niet naar een jv-avond komen. „Daarom is het actief blijven in een wijk zo goed”, benadrukt Huisbrink nogmaals. „Het gaat niet alleen om het stimuleren van de kinderen, maar ook van hun ouders.”

Uit alles blijkt dat Huisbrink dankbaar is over hoe het nu gaat. Een groot deel van de jongeren is betrokken en het jeugdwerk krijgt de nodige aandacht. Maar dan klinkt er toch een waarschuwing. „We mogen nooit zeggen dat het allemaal wel gaat. Stimuleren van jong én oud blijft nodig.”

Vrijstellen

Ds. J. J. van Eckeveld, predikant van de gereformeerde gemeente in Zeist, is voorzichtig als het gaat om het aanstellen van jeugdouderlingen. „Ik ben voorstander van ouderlingen die breed in de gemeente kunnen staan en een wijk hebben waarin ze huisbezoek afleggen. Iemand hiervoor vrijstellen die zich helemaal richt op de jeugd, heeft dus niet mijn voorkeur. Al kan ik me wel voorstellen dat sommige kerkenraden hiervoor kiezen.”

De voorzitter van de generale synode van de Gereformeerde Gemeenten durft het niet aan om te zeggen dat er meer jeugdouderlingen komen binnen zijn kerkverband. „Daar heb ik echt te weinig zicht op.” Toch zijn er al wel voorbeelden van gemeenten waar een jeugdouderling is of waar erover nagedacht wordt.

Ambtsdragers die al wat ouder zijn, hebben vaak minder kijk op de jongerenwereld. Zeker ook binnen de Gereformeerde Gemeenten zijn er kerken waar de gemiddelde leeftijd binnen een kerkenraad behoorlijk hoog ligt. Is dat geen probleem? Volgens ds. Van Eckeveld is het van belang dat er altijd twee ambtsdragers op huisbezoek gaan. „Als de ene broeder dan niet zo veel met jongeren heeft, kan de ander hem aanvullen. Een kerkenraad moet er ook op toezien hoe de tweetallen worden samengesteld.”

Het nut van een toegankelijk aanspreekpunt voor jongeren betwist de predikant niet. „Het aanstellen van een soort vertrouwenspersoon bij wie de jeugd kan aankloppen, kan zinvol zijn.”

Met een jeugdouderling in de gelederen kan bij andere kerkenraadsleden het idee ontstaan dat het niet meer zo nodig is je in jongeren te verdiepen. Ds. Van Eckeveld wil daarvoor waken. „Niemand mag het belang van jongeren van zich afschuiven. Voor mij is het heel helder: elke ambtsdrager moet een hart voor jongeren hebben.”


„We worden serieus genomen”

Is het aanstellen van een jeugdouderling dé manier om jongeren te bereiken? Of stappen jongeren ook op een ‘gewone’ ouderling af? En is een kerkenraad met jeugdouderling zichtbaarder dan zonder? Harold Visser (16) uit Sliedrecht en Reinate van Dalfsen (20) uit Genemuiden geven antwoord.

Met

Volgens Harold geeft de kerkenraad van de Sliedrechtse Beth-Elgemeente (cgk) met een jeugdouderling het signaal af dat jongeren serieus genomen worden. Hij kent ouderling Tanis redelijk goed en ziet hem regelmatig op jv-middagen. „Dat vind ik positief. Ook tijdens het hemelvaartsweekeinde vorig jaar was hij erbij. Daarnaast zijn we als vriendengroep af en toe op zondagavond bij hem thuis.”

Al met al is Harold best te spreken over de jeugdouderling in zijn gemeente. Wat hem wel opvalt, is dat hij Tanis nooit op zaterdagavond op het kerkelijke jeugdhonk Uit-Stek tegenkomt. Volgens de 16-jarige dé plek waar bijna alle jongeren uit de gemeente tussen de 14 en de 20 jaar komen. Als je een gesprek wilt met jongeren, moet je dáár zijn, meent Harold. „Maar misschien vinden ouderen het moeilijk om in een groep jongeren een gesprek aan te knopen.”

Weten jongeren de kerkenraad mét een jeugdouderling beter te vinden? Harold betwijfelt het. Hij zoekt liever zelf iemand op dan dat hem een persoon wordt aangewezen naar wie hij toe moet. „Als het niet klikt, ga ik geen gesprek aan met zo iemand. Als ik met vragen zit, stap ik toch liefst het eerst naar onze dominee.”

Zonder

De kerkenraad van de hhk in Genemuiden is positief betrokken bij jongeren, vindt Reinate. „Op de jeugdvereniging is vaak op vrijwillige basis een kerkenraadslid aanwezig, bijvoorbeeld ouderling Huisbrink. Dat geeft iets aan van de betrokkenheid. Hetzelfde geldt voor preekbesprekingen en activiteiten die door de jeugdvereniging +16 worden georganiseerd.”

Als ze vragen heeft, stapt Reinate het liefst naar een ouderling die ze al wat beter kent. Dat is meestal een ambtsdrager met wie ze in aanraking komt op catechisatie, jv of huisbezoek. „Een speciale jeugdouderling hoeft van mij dus niet. Ik kan natuurlijk alleen voor mezelf spreken, maar ik ben erg tevreden over hoe het nu gaat.”

Contact met jongeren is er dus wel. Maar hoe loopt het qua jeugdwerk? Reinate zit niet in het bestuur van de jeugdvereniging, maar heeft wel de indruk dat er regelmatig contact is. „Volgens mij loopt dat prima. Ja, ik ben erg positief. Dat komt vooral doordat de ouderlingen me het gevoel geven dat ze naast ons staan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer