Nederlandse doorbraak kernfusie
ENSCHEDE (ANP). De onderzoeksgroep voor supergeleiding van de Universiteit Twente heeft een technologische doorbraak bereikt die cruciaal is voor het succes van kernfusiereactoren. De vinding betreft een ingenieus en robuust supergeleidend kabelsysteem in de fusiereactor. De verbetering van deze supergeleiders maken kernfusie-energie straks betrouwbaarder. De Twentse technologische oplossing is uniek in de wereld, zo maakte de universiteit zaterdag bekend. Het onderzoek is een project in het kader van het Green Energy Initiative van de Universiteit Twente.
„De wereldwijde ontwikkeling van kernfusiereactoren is in volle gang en krijgt door deze doorbraak een nieuwe impuls. Onze nieuwe kabels zijn al uitvoerig getest door twee instituten”, zegt onderzoeker/projectleider Arend Nijhuis. China heeft interesse getoond om de technologie te gaan gebruiken bij de bouw van een zogeheten demo-reactor. Nijhuis verwacht dat het Twentse systeem een wereldwijde standaard zal worden.
Bij kernfusie smelten atoomkernen samen waarbij enorme hoeveelheden warmte vrijkomen. Daarmee is dan weer energie op te wekken. Kernfusie is een heel complex proces, benadrukt Nijhuis. Er zijn enorm sterke magneetvelden nodig om het extreem hete plasma (150 miljoen graden Celsius) waarin de kernfusie plaatsvindt, in toom te houden. Dit kan alleen met supergeleiders, maar slijtage en opwarming gaven een tijd lang problemen.
„Het zoeken was daarom naar oplossingen om de extreme omstandigheden te kunnen weerstaan”, aldus Nijhuis. Precies dat probleem is nu door de Twentse onderzoekers opgelost door een uitgekiende manier van vervlechten van de supergeleidende kabels. De mogelijkheden om het zogeheten plasma aan te sturen zijn nu significant toegenomen.
Meerdere landen doen al jaren onderzoek naar kernfusie. ’s Werelds grootste kernfusiereactor ITER is in aanbouw in het Franse Cadarache en zal naar verwachting vanaf 2020 gaan draaien als samenwerkingsproject van de VS, EU, Rusland, India, Japan, Zuid-Korea en China. Een in 2006 opgerichte taskforce, waarvan de Twentse onderzoeksgroep deel uitmaakt, staat ITER met adviezen bij.
China en Zuid-Korea zijn nu bezig met de opvolger van ITER en halverwege deze eeuw zullen waarschijnlijk de eerste commerciële kernfusiereactoren draaien, verwacht Nijhuis. Het grote voordeel van kernfusie boven kernsplitsing is dat is het niet gevaarlijk is. „Bij een ongeluk gebeurt er niks. Het kernfusieproces dooft hoogstens uit”, schetst Nijhuis. „Ook zijn er geen radioactieve reststoffen die je voor honderden jaren moet opbergen.” Het gaat om een schone, onuitputtelijke energiewinning die voor miljoenen jaren energie kan leveren.