Een nieuw gebaar voor Calvijn
BUNNIK. Over zaken waar geen gebaar voor is, praat een dove niet. Nu er ook voor Calvijn een gebaar is, kunnen doven ook over de reformator met elkaar communiceren.
Gistermiddag werd in het gebouw van het Nederlands Gebarencentrum te Bunnik een dvd-rom gepresenteerd met ruim 800 gebaren over Bijbel, kerk en geloof. Ze zijn samengesteld door de interkerkelijke werkgroep Kerk- en Geloofsgebaren.
Werkgroeplid Arie Terpstra vertelde, met gebaren die door tolken vertaald werden in gesproken Nederlands, over het project. Hij liet op een scherm een afbeelding zien van Calvijn met de tekst: ”Wij praten niet over Calvijn”. Terpstra: „Je praat niet over dingen waarvan je geen gebaar hebt. Sommige werkgroepleden hadden nog niet van Calvijn gehoord, doordat er geen gebaar van hem bestond. Nu is er een gebaar voor de reformator en kunnen we het over hem hebben.”
Terpstra stelde vervolgens de vraag hoe je in de hemel komt als je niet met Jezus kunt praten. Hij gaf geen direct antwoord. Het is echter wel duidelijk dat hij als vader van twee dove kinderen blij is met de gebarentaal, die vooral vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld is.
Er was duidelijk een hiaat voor Bijbelse en kerkelijke begrippen. Dat was niet voldoende opgevuld door de 400 Bijbelnaamgebaren die in 2008 verschenen. De werkgroep voegde daarom ruim 400 woorden toe. Als voorbeeld legde Terpstra de woorden Reformatie, rechtvaardiging, bevinding, canon en voorrecht in gebaren uit.
Kennis
Aan het slot van zijn toespraak liet hij de adventstekst Jesaja 43:19 –„Ziet, Ik zal wat nieuws maken…”– op het scherm zien, die hij vervolgens in gebarentaal weergaf. „Het lexicon draagt zo een beetje bij aan de kennis van het nieuwe wat God geeft”, stelde hij.
Trude Schermer, bestuurder van het Nederlands Gebarencentrum, legde uit dat het centrum de gebaren eerst screent. Als ze goedgekeurd worden, komen ze in een lexicon dat al 16.000 gebaren bevat. Iets dergelijks is eerder gebeurd met gebaren uit de wereld van justitie en musea.
Om aan te geven hoe precies het komt, benoemde ze het woord ”kansel”, waarvoor twee gebaren bestaan: een vanuit het perspectief van de predikant en een vanuit de hoorder. ”Ik sta op de kansel” geeft een insluitend gebaar met twee handen.
Ze noemde verder het woord ”ontfermen”, dat zowel een goddelijke als een menselijke component kent. „Bij het ontfermen van God gaat het over iets anders dan bij het ontfermen van mensen”, aldus Schermer. Voor het laatste begrip is echter nog geen concreet gebaar beschikbaar.
Rooms-katholieken
Aan het einde van de bijeenkomst vroeg een aanwezige, in gebarentaal, of de Rooms-Katholieke Kerk wel voldoende betrokken is bij het project. Volgens Henk Betten, voorzitter van de werkgroep, heeft de werkgroep wel een aantal woorden die specifiek met de rooms-katholieke godsdienst verband houden opgenomen, maar is zij helaas diverse contacten met rooms-katholieke informanten kwijtgeraakt.
Een andere rooms-katholieke aanwezige vond juist het gebaar voor ontfermen niet zo sterk. Ze hoopt dat in een volgende versie gebaren uit beide tradities naast elkaar komen te staan, zodat de mensen zelf keuzes kunnen maken. Terpstra stelde dat de verschillen voor enkele tientallen woorden doorgevoerd zijn.
Bestuurder Schermer van het Gebarencentrum was het met de vraagsteller eens dat er weinig specifiek rooms-katholieke gebaren zijn opgenomen. Ze kondigde verder aan dat het centrum volgend jaar aandacht geeft aan de islamitische cultuur.
Klik op de foto bij dit artikel voor voorbeelden van nieuwe gebaren.
Kijk naar zijn baard en je weet het
Wat is het gebaar voor Calvijn? Kijk naar zijn lange baard en je weet het. Je maakt een beweging met een dichte hand vanaf je kin tot op je borst en doven begrijpen je. Calvijn is een van de nieuwkomers in de wereld van de gebarentaal, zo bleek gisteren tijdens de presentatie van de dvd-rom ”Gebaren voor Bijbel, Kerk en Geloof”.
Het is een betrekkelijk eenvoudig gebaar vergeleken met dat van rechtvaardiging, zo legde werkgroepslid Arie Terpstra uit. Ook voor dat theologische begrip heeft de werkgroep een gebaar bedacht. Het is samengesteld uit een aantal onderdelen. Eerst gaat de rechterhand langs de linker naar voren, daarna eroverheen en naar beneden.
Nog meer moeite kostte het om een gebaar te bedenken voor het begrip ”bevinding”. Dat is samengesteld uit drie gebaren: die voor ervaring, verkiezen en zeker weten. Eerst wijst de vinger naar beneden, daarna gaat hij omhoog en ten slotte gaat de vuist op de borst.
In de wandelgangen vertelde ds. A. Dingemanse, dovenpredikant binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken, dat het soms moeilijk is om een woord te bedenken dat voor alle kerkelijke gezindten past. Als voorbeeld noemt hij het woord ”advent”, dat in gebarentaal verbeeld wordt door het aansteken van een kaarsje. „Maar in sommige kerken steken ze geen kaarsje aan.” Hetzelfde geldt voor kerstfeest, dat voorgesteld wordt door een kerstboomgebaar. Voor kerstfeest is nu ook het gebaar Christusfeest gevonden: eerst het gebaar van Christus met de hand naar het hoofd en dan dat van feest, met de handen breed uiteengaand.