Dijksma voor lager vangstquotum tong
DEN HAAG. Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) gaat zich volgende week in Brussel niet verzetten tegen verlaging van het tongquotum.
Dat zou een „kansloze exercitie” zijn, stelde ze donderdag tijdens een Kamerdebat. En het zou de kottervissers niet helpen. Het tongbestand moet verder herstellen en als dat komend jaar onvoldoende gebeurt doordat er evenveel op die vissoort mag worden gevist, zal het quotum in 2015 nog veel verder moeten worden verlaagd. „De benodigde zorgvuldigheid komt dan dubbel zo hard terug.”
De kottervissers zien de quotumverlaging met angst en beven tegemoet. De visserij op tong zal dan in het najaar van 2014 „onvermijdelijk” voortijdig moeten sluiten, schreef VisNed onlangs aan Dijksma en de Kamer. „Een doemscenario.” De organisatie deed daarom een „klemmend beroep” op de politiek het quotum te handhaven.
CDA, PVV, ChristenUnie en SGP toonden zich gevoelig voor dat pleidooi. Samen dienden ze een motie in die het kabinet verzoekt in Brussel te bewerkstelligen dat het tongquotum volgend jaar even groot is als dit jaar.
Woordvoerders van die partijen wezen Dijksma er donderdag op dat verlaging van het quotum de visserijsector met forse problemen opzadelt, terwijl die al een grote uitdaging op zijn bordje heeft door de invoering van de aanlandplicht. Ze stelden verder dat het tongbestand op het hoogste niveau in jaren is en dat de sterfte heel laag is. Hun motie werd donderdag echter verworpen.
Dijksma zegde wel toe hun gevoelens in Brussel over te brengen. Verder beloofde ze er „alles aan te doen” om Brussel ervan te overtuigen om in het zogeheten managementplan voor tong en schol over te stappen naar de beheerfase, met soepeler regels.
Op de agenda voor het debat stond ook een brief van Dijksma over het vijfde actieprogramma Nitraatrichtlijn. Dat hele programma moet volgens haar door Brussel worden goedgekeurd, wil Nederland de derogatie binnenhalen. Melkveehouders mogen daardoor meer mest uitrijden.
SGP’er Dijkgraaf ziet dat anders: „Alleen de motivering voor de derogatie moet worden beoordeeld, niet het hele actieprogramma.”