Kamer: OV-chipkaart niet gratis geven
De Tweede Kamer is er niet voor om de OV-chipkaart, die in 2007 het betaalmiddel moet worden voor alle openbaar vervoer, gratis te verstrekken.
Alleen PvdA en GroenLinks willen dat. Volgens minister Peijs (Verkeer) is een eigen bijdrage onmisbaar. Anders dreigt het gevaar dat de vervoersbedrijven niet investeren in het project en dreigt „substantiële vertraging”, stelde ze gisteren in een overleg in de Kamer.
De OV-chipkaart komt vanaf volgend najaar al in onder andere Rotterdam bij wijze van proef op de markt. De reiziger zou eenmalig 7,50 euro kwijt zijn voor een kaart die drie tot vijf jaar meegaat, aldus de minister.
Maar GroenLinks-kamerlid Duyvendak vindt die kosten een „te grote drempel” voor mensen die af en toe op trein, tram, bus of metro stappen. Volgens PvdA’er Boelhouwer wordt de invoering van de kaart vergemakkelijkt als de kaart gratis wordt.
De strippenkaart zou dan ook snel kunnen verdwijnen. Twee systemen handhaven kost 50 miljoen per jaar. De vervoersbedrijven „hebben het geld er zo uit”, aldus Boelhouwer. SP-collega Gerkens vindt een eigen bijdrage ook alleen gerechtvaardigd als de verwachte voordelen, zoals minder zwartrijders en veiliger reizen, gehaald worden. De regeringspartijen CDA, VVD en D66 vroegen echter meteen naar de financiële dekking. Een kwestie van „even door de zure appel heenbijten”, stelde Van Haersma Buma (CDA).
Verder kreeg de minister kritische vragen over het kostenplaatje. Zij hield vol dat zij 160 miljoen euro bijlegt, maar volgens de vervoersbedrijven is dat enkele tientallen tot 50 miljoen minder. De oppositie viel er ook over dat de vervoersbedrijven verantwoordelijk zijn voor het project. Die kunnen dan de zwartepiet toegespeeld krijgen als het mislukt, aldus Slob (ChristenUnie).
De regie vindt Peijs echter „primair” een zaak van de bedrijven, die „het meeste verstand” hebben van kaartsystemen. Haar ministerie zal wel „intensief betrokken” blijven bij het project. Zo zal het in een begeleidingscommissie chipkaart zitting nemen, die onder meer toezicht zal houden op de proefprojecten en een coördinerende rol krijgt bij de nationale invoering.
De minister sloot zich verder bij de Kamer aan, die voor een zo snel mogelijke invoering van de chipkaart is. Zij voorziet echter een moeilijke periode met strubbelingen, „maar waar heb je die niet.” PvdA en GroenLinks verbaasden zich erover dat de vervoersbedrijven verwachten dat met de OV-chipkaart het zwartrijden met maar 20 procent omlaag gaat. Volgens Peijs is dat een gemiddelde. Bij bedrijven die met poortjes werken, zoals de Rotterdamse RET, ligt het hoger. Van de oppositie mogen ambities wel omhooggeschroefd. D66’er Van der Ham sprak van een „onwaarschijnlijk lage doelstelling.”