De foto’s met bewijsmateriaal die Ten Napel laat zien liegen er niet om. Beelden van een zeer ernstig toegetakeld paard blijven op het netvlies branden. Ze werpen de vraag op hoe iemand tot zoiets in staat kan zijn. „Dat is inderdaad bijna niet te vatten”, vertelt Ten Napel, wiens paard in 2001 het slachtoffer werd. „Eén ding staat vast: we hebben te maken met een psychopaat. Het moet een zwaar seksueel gestoorde man zijn die dergelijke verwondingen bij beesten aanbrengt. In de meeste gevallen richt de man zich op de geslachtsorganen van de dieren. In andere gevallen richt hij zich op andere delen, waarbij hij soms een lichaamsdeel als trofee mee naar huis voert.”

De dierenbeul brengt zijn slachtoffers volgens Ten Napel op de een of andere manier onder verdoving voordat hij met zijn gruwelijke praktijken begint. „De politie heeft nooit goed onderzocht of de mishandelde dieren gedrogeerd zijn, maar het kan bijna niet anders. De merrie die in oktober in Balkbrug werd mishandeld, stond bekend als een wilde. Daar kwam je niet snel bij in de buurt zonder een oplawaai te krijgen. Toch heeft de dader kans gezien het beest zo zwaar toe te takelen.”

De drachtige merrie werd met een scherp voorwerp rond haar geslachtsorganen gestoken waardoor een wond van 15 centimeter ontstond. Het dier overleefde de aanslag en behield haar vrucht. Bij controle op een andere mishandelde pony is volgens Ten Napel gebleken dat het dier injectiesporen vertoonde die niet van de dierenarts en de eigenaar afkomstig zijn.

„Het blijkt ongelooflijk moeilijk om de beul te pakken te krijgen”, aldus Ten Napel. „Soms posten we met een groepje vrijwilligers. Ongewapend, jazeker”, aldus de eigenaar van een duiksportschool. „Nee, dat is niet gevaarlijk. Met een beetje boomtak kun je hem best een tik verkopen. Maar voorzichtigheid is geboden. Bij een van zijn laatste acties heeft de beul een schaap van 80 kilo over een prikkeldraadversperring van een meter hoog getild. Je moet wel heel wat in je mouwen hebben om dat voor elkaar te krijgen.”

Ten Napel is niet te spreken over de inzet die de politie toont om daders van dierenmishandeling op te sporen. „We hebben als stichting het gevoel dat de politie ons niet serieus neemt. Diverse keren hebben we de politie gewaarschuwd waar en wanneer de dierenbeul zou toeslaan. Tot drie keer toe kwam onze voorspelling uit, maar de politie was niet aanwezig op de plaats die wij hadden aangegeven. Wij doorzagen het patroon van de dader, die steeds in een gebied van 4 vierkante kilometer toesloeg. Maar de politie geloofde ons niet. Nu zijn er mensen die zeggen dat een van onze vrijwilligers zelf de dierenbeul is, omdat we al een paar keer de tijd en de plaats waar de man zou toeslaan, goed voorspeld hadden. Zo’n uitspraak zegt volgens mij meer iets over de hoeveelheid hersencellen die iemand heeft dan over zijn bewogenheid met het lot van dieren.”

Maar er daagt licht aan de horizon. „Burgemeester Mans van Enschede heeft me in een gesprek beloofd dat ik hem dag en nacht kan bellen als we hem nodig hebben of als we een sterk vermoeden hebben waar de dierenbeul in actie gaat komen. Hij heeft ons toegezegd dat wij op politie-inzet kunnen rekenen om de druk op de dader op te voeren.”

Begin november verklaarde de LPF zich warm voorstander van verhoging van de gevangenisstraffen op ernstige dierenmishandeling. Bovendien drong de partij er bij minister Donner op aan een overheidscampagne tegen dierenmishandeling te beginnen. „Het wordt tijd dat de overheid duidelijk laat zien dat het mishandelen van dieren in Nederland niet kan, en niet wordt geaccepteerd”, aldus Tweede-Kamerlid Eerdmans toen.

De situatie is ernstig, vindt Ten Napel, die kortgeleden contact zocht met de Amerikaanse hoogleraar gedragswetenschappen Frank R. Ascione aan de universiteit van Utah. „Ascione onderzoekt al jaren de samenhang tussen het mishandelen van dieren en van mensen. Volgens hem is het zeker niet ondenkbaar dat de dader vanaf nu niet alleen zijn brute mishandelingen richt op dieren, maar ook op weerloze mensen, zoals kinderen. We hopen dat we de dierenbeul kunnen uitschakelen voordat het zo ver komt.”