TenneT transporteert via het hoogspanningsnet elektriciteit naar regionale netbeheerders. De tarieven van TenneT zijn daarom niet direct terug te vinden op de maandelijkse energierekening van de consument. De tarieven van de regionale netbeheerders staan wel op die factuur. Ze beslaan bij een doorsnee-huishouden een vijfde deel van de totale energierekening.

De maximumtarieven die TenneT in rekening mag brengen voor transport via de extra-hoogspanningsnetten dalen licht met gemiddeld 0,5 procent. Voor de normale hoogspanningsnetten mogen de tarieven met gemiddeld 3,5 procent omhoog. Het tarief voor het in stand houden van een betrouwbare en veilige levering van elektriciteit daalt met ongeveer 9 procent.

In oktober schatte ACM nog dat de tarieven van TenneT komende 3 jaar met gemiddeld 7 procent per jaar omlaag zouden moeten. In dat besluit was alleen nog geen rekening gehouden met de inflatie. Ook een noodzakelijke investering van TenneT in de Randstad was nog niet in die berekening opgenomen.

TenneT heeft eerder al laten weten in beroep te gaan tegen het besluit van ACM uit oktober. De netbeheerder is het niet eens met de rekenmethode die daarin is vastgelegd. De toezichthouder maakt voor de vaststelling van de tarieven voor 2015 en 2016 eveneens gebruik van die rekenmethode.

Ook Netbeheer Nederland, de brancheorganisatie van regionale netbeheerders, en gasnetbeheerder Gasunie vechten de berekeningen van ACM aan. Zij stappen daarvoor naar het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBb). De netbeheerders verzetten zich tegen de redenering van de toezichthouder dat hun tarieven omlaag kunnen omdat zij goedkoper geld kunnen lenen door de lagere rente.