Bewoners Groningse wijk 25 jaar welkom in diaconaal centrum Het Pand
Armoede, verslaving, eenzaamheid. Problemen zijn er in de Groningse Korrewegwijk te over. In deze buurt is Het Pand al 25 jaar een begrip. Elke wijkbewoner is in het missionair-diaconaal centrum welkom voor koffie en een luisterend oor.
Achter een opvallende gele deur aan de Padangstraat ruikt het naar verse koffie. De voormalige werkplaats van een garagebedrijf werd 25 jaar geleden omgebouwd tot de ontmoetingsruimte van Het Pand, een initiatief van de hervormde gemeente Martinikerk en de IZB, organisatie in de Protestantse Kerk voor zending in Nederland. In december 1988 opende het centrum de deuren.
Een paar vrijwilligers staan deze dinsdagochtend klaar om bezoekers gastvrij te ontvangen. Rond tien uur schuiven twee vijftigplussers uit de buurt aan tafel. „Hebben we dit jaar weer een kerstpakkettenactie?” vraagt een van hen aan IZB-evangelist Jan Waanders die ook binnen komt lopen. „Ja, dit jaar neem ik alle pakketten zelf mee”, zegt die. „Dan is dit de laatste kop koffie die ik hier heb gedronken”, reageert de bezoeker. Met een lach zet hij zijn mok op tafel.
Coffeeshop
Waanders, opgegroeid in Rijssen en sinds 2005 in Groningen werkzaam, voelt zich in de multiculturele Vogelaarwijk als een vis in het water, zo blijkt tijdens een wandeling door de buurt. De verhalen buitelen over elkaar heen. Tegenover Het Pand staat afgedankt meubilair bij het grofvuil. „De bewoner is gisteren uit huis gezet”, zegt Waanders. „Hij had een alcoholprobleem.”
Iets verderop bevindt zich een coffeeshop. Op de route liggen ook een bar, een Chinese winkel en het gebouw van baptistengemeente De Cirkel, waarmee Het Pand sinds vier jaar de Alpha-cursus aanbiedt aan wijkbewoners die interesse hebben in het christelijk geloof. „En hier gaan we vanmiddag voetballen met de tieners van onze club”, zegt Waanders bij een groot grasveld.
In de verte doemt de vroegere Sionskerk op, tegenwoordig een Turkse moskee. Van 1936 tot 1986 hield een gemeente van Gereformeerde Bondssignatuur hier diensten. De overgebleven leden gaan nu naar de Martinikerk. Met Het Pand bleef de gemeente toch present in de Korrewegwijk.
Bij het centrum zijn zo’n zeventig vrijwilligers betrokken. De helft komt uit de Martinikerk, de andere helft uit andere kerken of uit de wijk zelf. Zij zetten zich onder meer in voor kinder- en tienerwerk, inloopochtenden en open maaltijden. Sinds een jaar wordt er ook één vrijdag in de maand een laagdrempelige christelijke samenkomst gehouden in een schoolgebouw in de buurt.
Drie generaties
Zo’n 80 procent van de Korrewegwijk bestaat uit sociale huurwoningen. Een relatief grote groep bewoners heeft een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond –„zij wonen soms met drie generaties uit één familie vlak bij elkaar”–, maar er zijn ook mensen uit landen als Afghanistan, Turkije en Marokko. Daarnaast telt de wijk nog steeds een groep autochtone Groningers.
Waanders komt veel armoede tegen. „Er zijn nogal wat mensen die in de bijstand zitten en wiet roken. Eenoudergezinnen komen ook veel voor. Vader is verdwenen naar een andere dame, bij wie hij ook alweer weg is. In sommige gezinnen is er sprake van een ontstellend gebrek aan liefde en aandacht.”
De evangelist houdt halt bij een speeltuin die de afgelopen jaren volledig is vernieuwd. Het bijbehorende pand ging tegen de vlakte. Begin volgend jaar verrijst er een nieuw gebouw waarin de speeltuinvereniging en Het Pand gezamenlijk hun intrek nemen. Waanders is blij met de nieuwe locatie. Niet alleen omdat het diaconaal-missionaire centrum daar veel meer ruimte krijgt. „Bij een speeltuin bruist het vanzelf, en krijg je eerder aanloop.”
Als Waanders terugkeert op de huidige locatie van Het Pand blijken de vrijwilligers met de bezoekers in gesprek over een preek die ze zondag hebben gehoord. Een Bijbel ligt op tafel. Waanders schenkt koffie in en gaat voor naar zijn werkkamer op de eerste etage.
Hoe verhouden het missionaire en het diaconale aspect zich tot elkaar in dit werk?
„Dat is vaak moeilijk te duiden. Een kerstpakkettenactie is duidelijk diaconaal. Soms lezen we uit de Bijbel en bidden we met mensen. Het is vooral belangrijk dat ze aan ons mérken dat we christen zijn. Hoe wij leven zegt vaak meer dan wat we vertellen. Dat begint met kleine dingen: betrouwbaar zijn, aandacht hebben voor de kinderen op de club en verder kijken dan hun soms lastige gedrag.”
Hoe heeft 25 jaar Het Pand de wijk veranderd?
„Onverwachts merk je daar soms iets van. Iemand die hier als stoere tiener kwam en niet wilde bidden voor de maaltijd zegt nu dat hij het belangrijk vindt dat zijn eigen kinderen hun handen vouwen voor het eten. Er zijn ook kinderen op onze club die toen ze naar het voortgezet onderwijs gingen zelf bewust kozen voor een christelijke school. Zij willen verder met het christelijke geloof. Er rust absoluut zegen op ons werk.”
Wat is het moeilijkste?
„De spijkerharde verhalen die je soms hoort. Een jochie was dolblij dat zijn vader uit de gevangenis zou komen en had een mooie tekening voor hem gemaakt. Vader ging ergens anders wonen. Binnen drie dagen, nog voordat zijn zoontje hem had bezocht, werd pa dood gevonden in de schuur vanwege een overdosis drugs. De tekening van zijn zoontje heeft hij nooit gezien. Op de begrafenis werd muziek van een popartiest gedraaid en wiet gerookt. Zulke dingen grijpen me aan.”
Uw mooiste ervaring?
Hij staat op, klikt een filmpje aan op zijn pc. Een moeder van drie kinderen die activiteiten in Het Pand bezoeken zegt: „Ik zie Jan als buurtvader.” „Zoiets vind ik mooi”, zegt Waanders. „Dat ik in een wijk waar veel kinderen hun eigen vader missen iets als een vader voor hen mag zijn.”
Uw hoop voor de toekomst?
„Dat we de maandelijkse vieringen kunnen uitbouwen. Het gaat bij Het Pand niet om een setje activiteiten, maar om mensen. Het zou prachtig zijn als er in de buurt van de vroegere Sionskerk weer een nieuwe christelijke gemeenschap zou ontstaan.”