De 12 lidstaten van de organisatie profiteren van de nog altijd hoge olieprijs. Brentolie kost ongeveer 112 dollar per vat, terwijl OPEC een preferentieprijs van 100 dollar hanteert. De productie in twee lidstaten, Libië en Iran, ligt ver onder de capaciteit. Libië kampt met grote onrust, Iran met economische sancties. Dat draagt bij aan de hoge prijzen.

Analisten van de Franse bank BNP Paribas zien meer bedreigingen aan de aanbodkant naast de problematiek in Libië en Iran. Zo blijft de productie in Nigeria een punt van zorg door de stelselmatige diefstal van olie en zal de beoogde verhoging van het aanbod van Irak voorlopig uitblijven door de onrust in het land. Ook maken de analisten zich zorgen over de politieke instabiliteit in Venezuela.

De Iraanse olieminister Bijan Namdar Zanganeh zei dinsdag dat zijn land de dagelijkse productie flink zou kunnen opvoeren, van 2,6 miljoen naar 4 miljoen vaten, als de sancties worden opgeheven. Het land exporteert in totaal nog altijd 1,2 miljoen vaten per dag naar China, India, Japan, Zuid-Korea, Taiwan en Turkije. Dat is wel veel minder dan voor de invoering van de sancties.