De gemeente Roosendaal bindt in deze donkere tijden de strijd aan met inbrekers. Volgende week start een campagne die burgers ertoe moet brengen beter op hun spullen te passen. „Tachtig procent van de inbrekers is een gelegenheidsinbreker”, zegt zegsman Dirk Timmers. „Mensen moeten erop letten hun ramen dicht te doen en hun deuren op slot. We wijzen burgers erop dat ze minder zorgeloos moeten zijn. In het buitengebied van Roosendaal komt het nog weleens voor dat mensen een briefje bij de deur leggen waarop bijvoorbeeld staat: „Zet de boodschappen maar achter. Ik ben even weg.” Zo maak je het inbrekers wel gemakkelijk.”

In de campagne, die tot maart loopt, attendeert de gemeente burgers onder meer met elektronische tekstkarren op het risico van inbraak. „Er staat bijvoorbeeld te lezen: ”Pardon, mag ik even inbreken”. Op 11 december –uitgeroepen tot inbraakvrije dag– zullen buurtpreventieteams in diverse delen van de stad 24 uur een oogje in het zeil houden, legt Timmers uit.

Kostbare zaken

Een buurtpreventieteam geeft bewoners een „redelijk veilig gevoel”, zegt coördinator Wim Groffen van een buurtpreventieteam in Wouw, een dorpje bij Roosendaal. In vier verschillende wijken van het dorp surveilleren het hele jaar door wekelijks acht mensen gedurende een uur.

In de donkere dagen let het buurtpreventieteam er extra op of er van buitenaf kostbare zaken in een woning zichtbaar zijn, legt Groffen uit. „Denk aan bijvoorbeeld een laptop of een mobiele telefoon. Daar kunnen inbrekers mee aan de haal gaan. Als die spullen van buitenaf duidelijk zichtbaar zijn, stoppen we bij de mensen een waarschuwingsbriefje in de bus.”

Op 11 december, de dag die inbraakvrij zou moeten zijn, zal de politie automobilisten op de doorgaande weg in het dorp controleren. „Medewerkers van het buurtpreventieteam zullen gadgets uitdelen aan automobilisten. Zo hopen we te voorkomen dat mensen geïrriteerd raken. Mensen moeten beseffen dat de controle in het belang van de dorpelingen is.”

Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) besteedt deze donkere dagen extra aandacht aan maatregelen tegen woninginbraak, zegt projectleider woninginbraken Johan Luyben. „Onze drie belangrijkste tips aan bewoners zijn: zorg in de donkere avonduren dat er licht brandt in de woonkamer en dat die kamer een bewoonde indruk maakt. Twee: trek bij vertrek uit de woning niet alleen de deur achter je dicht, maar doe hem ook op slot. Drie: haal de sleutel uit het slot.”

Raampje

Een gezamenlijke aanpak in de strijd tegen woninginbraken is van belang, schetst Luyben. „Wij proberen gemeenten, woningcorporaties en politie bij elkaar te brengen. Zo krijg je een brede aanpak van het probleem. De politie surveilleert bijvoorbeeld extra op zogenaamde hotspots, plaatsen waar het risico op inbraken groter is dan gemiddeld. Woningcorporaties kunnen naar de bouw van woningen kijken. Zo weet ik van een arbeiderswijk waar inbrekers vaak via het raampje bij het toilet naar binnen kwamen. De woningcorporatie besloot stangen voor de raampjes te monteren. Gevolg was dat het aantal inbraken enorm afnam. De gemeenten kunnen wijkschouwen uitvoeren. Ze kunnen bijvoorbeeld kapotte verlichting repareren, waardoor inbrekers minder snel zullen toeslaan.”

Het hele jaar door biedt het CCV veiligheidsscans voor bedrijven en winkels aan, legt Luyben uit. „We kijken bijvoorbeeld naar de inrichting van een winkel. De kassa kan te ver afstaan van de entree, zodat je onvoldoende zicht hebt op wie de winkel in- en uitgaan. We letten ook op de winkelpaden. Is daar voldoende zicht op vanachter de kassa? We adviseren winkels om een afroomkluis te hebben en niet te veel geld in huis te hebben. Verder kan het aan te bevelen zijn om openings- en sluitingstijden samen te laten vallen met de openings- en sluitingstijden van collega-winkeliers. Dan zijn op hetzelfde moment meer mensen paraat en ben je niet zo gemakkelijk een prooi voor kwaadwillenden.”

Bij de politie Zeeland-West-Brabant is in de donkere dagen „een lichte toename van de aandacht” voor woninginbraken, zegt woordvoerder Alwin Don. Bij het „boeven vangen” is hulp van de burgerij van belang, onderstreept hij. „Als burgers verdachte situaties melden, lossen wij meer zaken op.”

Bij de politie Zeeland-West-Brabant heeft de aanpak van woninginbraken de afgelopen tijd prioriteit gekregen, zet Don uiteen. „We hebben binnen onze eenheid vier speciale teams ingezet die woninginbraken moeten tegengaan. We proberen na een woninginbraak telkens de getroffen woning te onderzoeken en sporen veilig te stellen. Onderzoek kan uitwijzen dat er een serie-inbreker actief is, bijvoorbeeld doordat iemand telkens hetzelfde voorwerp gebruikt om in te breken.”

Don ziet voor gemeenten een belangrijke rol weggelegd in de strijd tegen woninginbraak. „Gemeenten kunnen de burgers tips geven om een inbraak te voorkomen. In diverse plaatsen in onze regio zijn of worden bewonersbijeenkomsten georganiseerd.”

Confronterend

Burgers kunnen veel meer doen om het inbrekers moeilijk te maken, zegt Marinus Willemsen, adviseur openbare orde en veiligheid bij de gemeente Middelburg. „Op een bewonersbijeenkomst eind vorig jaar werden foto’s getoond die binnen een halfuur in een wijk in Middelburg waren gemaakt. Best confronterend. In een seniorencomplex kon je bijvoorbeeld zo naar binnen stappen via een open deur. In een ander geval was een deur door een struik vanaf de straat niet te zien. Bij die deur stond een kliko. Via die bak kon je zo op een dak klimmen, waarvandaan je bij een raam kon komen. Op weer een andere foto zag je dat er een sleutel aan de buitenkant van een deur zat.

Binnenkort organiseert de gemeente een avond waarop inbraakpreventietips worden verstrekt. „Op eenvoudige wijze kunnen mensen de kans op een inbraak fors verkleinen. Breng buitenverlichting aan. Doe als je weg bent, thuis een lichtje aan. Als inbrekers door een straat rijden en ze moeten kiezen tussen een huis waarin het donker is en een huis waarin licht brandt, kiezen ze natuurlijk voor het donkere huis. Je kunt ook een fake-tv aanschaffen. Dat apparaat, voor zo’n 35 euro te koop, bootst een tv na en geeft een woning een bewoonde indruk.”