Dr. Loonstra: CGK voegen homostandpunt toe aan standaard orthodoxie
GOUDA. De recente uitspraak van de generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) over homoseksualiteit betekent in feite dat een afwijkende visie een dwaling is. Daarmee wordt het homostandpunt toegevoegd aan de „standaard van de orthodoxie”, die tot nu toe gevormd werd door de drie formulieren van eenheid.
Dr. B. Loonstra, predikant van de christelijke gereformeerde kerk in Gouda, noemt op zijn weblog deze toevoeging aan de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels „een riskante aangelegenheid”. De geschiedenis van de gereformeerde gezindte heeft volgens hem geleerd dat aanvullingen op die confessionele basis de eenheid van de kerken kunnen bedreigen. „De CGK hebben zich in ieder geval altijd tegen nadere toevoegingen en aanscherpingen van de belijdenis verzet. Ik hoop van harte dat ik de strekking van wat ik signaleer te zwaar inschat.”
Dr. Loonstra publiceerde in 2005 het boek ”Hij heeft een vriend. Homorelaties in de christelijke gemeente”. Daarin kwam de predikant tot de omstreden conclusie dat je homorelaties niet in alle gevallen op grond van de Bijbel zou moeten afwijzen. Er stak een storm aan kritiek op, waarop dr. Loonstra zijn boek terugtrok om de weg vrij te maken voor een brede kerkelijke bezinning op dit punt.
De generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken sprak woensdag na jarenlange bezinning in een studierapport uit dat er in het verleden te weinig aandacht is geweest voor pastoraat aan homo’s in de kerk. Tegelijkertijd stellen de CGK dat seksuele omgang tussen mensen van gelijk geslacht zonde is.
Dr. Loonstra noemt op zijn weblog het visiedocument van de CGK een „veelzijdige studie” met „heldere uitgangspunten” en een „bewogen toon.” Het is de synode er „oprecht om begonnen met de liefde van Christus homoseksueel georiënteerde mensen werkelijk verder te helpen.”
De predikant uit Gouda mist echter de dialoog. „Het wekt daarmee de onbevredigende indruk van vertoon van macht om vanuit het centrum de rijen te sluiten.”
Synodevoorzitter ds. D. Quant is blij met de waarderende woorden van dr. Loonstra voor het rapport, terwijl deze zelf een andere mening is toegedaan. „Hij zet die mening scherp neer en dat is goed voor de gedachtenvorming. Toch denk ik dat dr. Loonstra te snel gaat. De kerkelijke uitspraak over homoseksualiteit is natuurlijk niet van hetzelfde niveau als de belijdenisgeschriften. Dat zou teveel eer zijn, dus die indruk wil ik wegnemen.”
De synodeuitspraak over homoseksualiteit betekent niet dat plaatselijke kerken op dit punt zomaar hun gang kunnen gaan, zegt ds. Quant. „De synode heeft, op verzoek van de kerken en met een open Bijbel, een besluit genomen. Dat betekent dat er voor plaatselijke kerken of predikanten geen ruimte is om daarvan af te wijken als hen dat goeddunkt. Ambtsdragers hebben bij hun bevestiging beloofd dat zij zich zullen houden aan alles wat de kerken uitspreken, tenzij dat ingaat tegen de Schriften. Wie dat op grond van de Bijbel vindt, kan revisie aanvragen van de synodeuitspraak. Dat klinkt misschien wat formeel, maar dit is de geestelijke weg.”
De kerkelijke uitspraak over homoseksualiteit betekent ook niet, zegt de predikant uit Huizen, „dat de stellingen nu klaar staan” om iedereen met een afwijkende mening „af te schieten”. „We hebben eerlijk naar de Bijbel willen luisteren en geloven dat Gods Woord dit over homoseksualiteit zegt. Natuurlijk, 52 synodeleden en vijf hoogleraren kunnen het mis hebben. Maar wijs het ons dan aan, vanuit de Schriften.”
Volgens ds. Quant hebben er bij het opstellen van het visiedocument wel degelijk gesprekken plaatsgevonden met homoseksuele kerkleden. „Zowel de eerste als de tweede commissie die aan het rapport heeft gewerkt, is in gesprek gegaan met homoseksuele broeders en zusters. Anders zou er ook geen zegen op zo’n studierapport kunnen rusten.”
De kerkelijke uitspraak is volgens de synodepreses „nooit, nooit” bedoeld als „vertoon van macht om vanuit het centrum de rijen te sluiten.” „Als de eenheid in de kerken ermee wordt gediend dan is dat, wat informeel gezegd, mooi meegenomen. Maar we hebben dit besluit niet genomen met het vooropgestelde doel om de kerkelijke verdeeldheid te boven te komen. Het gaat erom: wat is Gods weg in een aangelegen thema als homoseksualiteit.”
Lees ook in Digibron: