Daarmee besloot de synode donderdagmiddag iets minder ver te gaan dan de synodecommissie voorstelde in het rapport. Daarin stond dat niet-christelijke gereformeerde ambtsdragers uit samenwerkingsgemeenten tot op het niveau van de classis mogen worden afgevaardigd.

Het voorstel van ds. P. D. J. Buijs (Ede), ds. J. G. Schenau (Goes), dr. M. J. Kater (St. Jansklooster) en ds. L. A. den Butter (Culemborg) honoreert de „al langer bestaande zorg” over de doorwerking van een federatief groeimodel op bovenplaatselijk niveau. Alleen bij „overmacht” mogen één of twee niet-christelijke gereformeerde ambtsdragers naar de classis worden afgevaardigd. Ze krijgen dan de rol van adviserend lid.

Ds. Buijs legde uit dat het principe om eenheid te zoeken met andere kerken niet uitgeruild mag worden met het principe om kerkelijke eenheid in het eigen kerkverband te behouden. Deputaten eenheid gaat, gesteund door de leden van het moderamen, het gesprek over deze twee principes verzorgen binnen en buiten de CGK.