Dankdag in VS bijna belangrijker dan kerstfeest
WASHINGTON. Volwassen kalkoenen in de Verenigde Staten liepen de afgelopen dagen groot gevaar. Tien tegen een dat ze deze donderdag niet hebben gehaald, maar gevild in een sissende braadpan zijn beland.
Een vliegreis maken is in Amerika deze week ook geen pretje. De toestellen zitten mudvol. Iedereen gaat op familiebezoek. De VS liggen donderdag plat.
Zoals elk jaar is het op deze vierde donderdag van november Thanksgiving Day. De jaarlijkse dankdag is voor de Amerikanen een feestdag die welhaast belangrijker is dan Kerst en Nieuwjaar. Kerken, synagogen en tegenwoordig ook moskeeën zitten donderdag vol. Mensen komen samen om hun God te danken voor al het goede dat ze van Hem ontvingen. En na de dienst is er een vette maaltijd bereid. Op het menu een keur aan typisch Amerikaanse gerechten, met de kalkoen als hoofdschotel.
Dat is al eeuwen zo. Benjamin Franklin, een van de founding fathers, schreef in 1784 aan zijn dochter dat de kalkoen beter geschikt is als nationaal symbool dan de adelaar. „De kalkoen is onze nationale vogel, en daarom eten we die op Thanksgiving.”
Veel Amerikaanse historici voeren het gebruik om dankdag te houden terug op het dankfeest dat de Pilgrim Fathers in 1621 hielden. Toch was dit niet de eerste dankdag op Amerikaanse bodem. Voor zover bekend werd die al in 1564 gehouden. Uitgeweken hugenoten kwamen toen op een plek dicht bij het huidige Jacksonville, in Florida, bijeen om de Heere te danken voor Zijn bescherming tijdens hun vlucht uit Europa.
De Pilgrim Fathers worden algemeen beschouwd als degenen die de basis legden voor de VS. Zij hadden in 1620 met 102 mensen de reis naar Amerika gemaakt en zich gevestigd in Plymouth, aan de baai van Massachusetts. Na een harde winter, waarbij de helft van de kolonisten overleed, haalden de immigranten in 1621 een rijke oogst binnen. Daarom vierden de overgebleven 53 Pilgrims samen met 90 Amerikaanse indianen een drie dagen durend dankdagfeest, waar vooral God werd gedankt voor Zijn goede gaven. Er waren langdurige kerkdiensten, waar de uitgenodigde indianen met blikken vol onbegrip bij aanwezig waren. Zij verstonden er weinig van. Na de diensten volgden er maaltijden.
William Bradford, een tijdgenoot die de geschiedenis van deze beginjaren heeft beschreven, verhaalt dat „de preken het hart dwongen tot danken voor zo veel goeds. De maaltijd was het bewijs dat we bijzonder gezegend waren. Maar het waren geschonken gaven. Als je die mag gebruiken, ben je bescheiden en mijd je overdaad.” Veel orthodoxe predikanten in de VS nu vinden het nog steeds nodig op te roepen tot matigheid op Thanksgiving Day.
Dat dankdag in Amerika een nationale feestdag is, heeft zeker ook te maken met de rol die Amerikaanse presidenten hierin hebben gehad. De eerste president van de VS, George Washington, schreef in 1789 de eerste (verplichte) nationale dankdag uit. Toch werd het voorschrift voor een jaarlijkse dankdag niet overal even nauwkeurig opgevolgd. President Lincoln, wellicht de grootste van Amerika, bepaalde in 1863 dat Thanksgiving echt elk jaar moest worden gehouden.