De daling geldt zowel voor vakanties in eigen land als voor buitenlandse vakanties. Ook gaven Nederlandse vakantiegangers minder uit. De totale vakantiebestedingen daalden met 2 procent tot 15,5 miljard euro. Vooral op korte vakanties is bezuinigd, de lange vakanties bleven stabiel.

Zo’n 15,8 miljoen Nederlanders zijn dit jaar een of meerdere keren op vakantie geweest (81 procent van de bevolking). Dat betekent dat ten opzichte van vorig jaar 50.000 minder Nederlanders op vakantie gingen. Degenen die wel op vakantie gingen, gingen minder vaak, blijkt uit het onderzoek.

Het aantal korte vakantietripjes daalde met 1,2 miljoen (6 procent) tot 19 miljoen. Het aantal lange vakanties bleef stabiel op 16,6 miljoen. In eigen land deed de zomerperiode het nog goed door het mooie weer. Vooral de kust profiteerde daarvan.

Volgens het onderzoek daalde het aantal binnenlandse vakanties met ruim 600.000 naar 17,5 miljoen (min 3 procent). Maar in de badplaatsen aan de Noordzee groeide het aantal vakanties met 1 procent naar 2,3 miljoen. De Veluwe trok 10 procent minder vakantiegangers, maar stond met 1,9 miljoen vakanties nog altijd op de tweede plaats.

Het aantal buitenlandse vakanties daalde met 500.000 tot 18,1 miljoen. Net als vorig jaar voert Duitsland de top tien van buitenlandse vakantiebestemmingen aan. Zo’n 3,2 miljoen vakanties werden bij onze oosterburen doorgebracht, wat een daling betekent van zo’n 6 procent. Frankrijk, dat op de tweede plaats staat, zag het aantal vakanties dalen met 4 procent naar 2,7 miljoen vakanties.