Benut adventsperiode voor existentiële bezinning
Laat advent een periode van bezinning en verstilling zijn, stelt Hans Alderliesten voor.
Kerstfeest is geen vrolijk feest. Dat Christus incarneerde in ons vlees heeft te maken met de desolate toestand waarin de mensheid zich heeft gestort, zoals Genesis 3 beschrijft. Maar wie weet dat nog? De beleidsmakers en opinieleiders in Jeruzalem begrepen er niet veel van. Ook voor Nederlanders van nu spreken de woorden van het oude kerstverhaal een onverstaanbare taal. De geboortedag van Christus groeide niet uit tot onze nationale feestdag.
We leven in een verwarrende tijd. Volken staan tegen elkaar op en natuurrampen ruïneren huizen en levens. We discussiëren met elkaar over Second Love, een orthodoxe universiteit en het herfstakkoord. Er is veel haast en rumoer om ons heen. We zijn de stilte kwijtgeraakt. Wie verlangt er nog naar het hogere? Naar essentiële bezinning en werkelijke vervulling? Veel mensen missen houvast en grijpen naar ‘fastfood’: het verzadigt wel, maar voor even.
We kunnen niet met deze waarneming volstaan. We zullen ook op zoek moeten gaan naar de remedie. Het zou allerminst vreemd zijn de adventstijd daarvoor te gebruiken. Bezinning op existentiële thema’s kan een medicijn zijn om tot inzicht te komen in verwarrende tijden.
Bouwen
Onlangs sprak ik voor ondernemers over de gelijkenis over de dwaze en de wijze bouwer. Ze namen beiden verantwoordelijkheid, ze werkten beiden aan de toekomst, maar de een begon met graven, de ander met bouwen. De een begon met verkopen, de ander met inkopen.
Een waar christen is niet bang voor het zelfonderzoek – niet omdat de balans mogelijk positief uitvalt, maar omdat hij weet waar hij met zijn schuld naartoe kan. En als het gaat stormen in je leven, dan moet je levenshuis wel op het fundament van Christus gebouwd zijn. Maar hoe weet je dat dit zo is? Wie (door)ziet de dingen? Wie kent zichzelf?
Ook daarvoor is bezinning nodig. Zoals het volk Israël zich moest voorbereiden om de wet te ontvangen, zich moest voorbereiden om de Jordaan over te steken en de grote feesten nauwkeurig moest voorbereiden, zo moeten wij ons ook voorbereiden om op een waardige wijze Jezus’ komst in het vlees te herdenken.
Voor de adventstijd is weleens de metafoor van een zwangerschap gebruikt: de geboorte komt eraan, maar er is nog een lange weg af te leggen en het zal niet zonder slag of stoot geschieden. Op welke wijze zouden we daar invulling aan kunnen geven? Ik geef hierbij graag een aanzet.
Nadenken
De Vroege Kerk zag de adventstijd als een tijd van inkeer en boete. Men vastte, gaf aalmoezen en beleed de zonden. Nadenken over wie wij zijn en wat onze bijdrage aan het geheel is, is niet verkeerd. Het is de vraag die God stelde aan Adam: „Waar zijt gij?”
De mens is in het paradijs God kwijtgeraakt, maar God is ook Zijn kroonjuweel kwijtgeraakt. De Heere heeft echter ons behoud op het oog en wil dat wij gehoorzamen op Zijn bevel. Zijn er zonden die tussen mij en Hem instaan? Is er ruimte in mijn hart voor Zijn komst? Komt Hij gelegen?
We moeten deze vraag durven betrekken op alle levenssferen: ons bedrijf, werk, gezin, vrijetijdsbesteding, uitgavenpatroon. Waar ben je? Voor wie strijd je? Handel en wandel ik waardig het Evangelie?
Om deze vragen te beantwoorden is het misschien goed deze adventsperiode minder tijd te besteden aan sociale media en het nieuws. Wat als we de sociale media eens een periode vaarwel zeggen? Volg de raad op van dr. A. J. Kunz (RD 23-11): denk na over uw mediaconsumptie, neem eens wat afstand, reflecteer.
Maar dat kan en moet ook op andere terreinen. U hoeft nu echt nog geen voorbereidingen te treffen voor het kerstdiner. En de najaarssale kunt u gerust aan u voorbij laten gaan. De kerstmarkt bij uw tuincentrum kunt u echt missen. Denkt u dat u anders iets mist? En denkt u niet dat er mensen zijn in deze wereld die uw gebed of gift kunnen gebruiken?
Stilte
Zoek daarom deze adventstijd de stilte op. Neem de tijd voor Bijbelstudie. Denk samen met uw kinderen na over de grote vragen van het leven.
Onlangs hoorde ik een preek over Gods verschijning aan Elia (1 Koningen 19). Wat blijkt? God is niet aanwezig in de aardbeving, noch in het vuur, maar in het suizen van een zachte stilte. Die ‘heftige’ tekenen gaan wel aan Zijn komst vooraf. Wie op zoek is naar God, zal de stilte moeten opzoeken. De verborgen omgang uit Psalm 25.
Advent is bidden, je heroriënteren, maar ook verlangen. Het beste komt immers nog. Ook al lijkt het er niet op, maar het gaat goed. God is bezig Zijn rijk te voltooien. Het vooruitzicht dat Christus nog eenmaal zal komen, dat zou ons hart moeten verwarmen. Wanneer komt die dag? Het is niet alleen de komende weken adventstijd, maar we leven sinds de Hemelvaartsdag in de verwachting van Hem, Die komt om de aarde te richten. We wachten op het moment dat God Zelf bij ons zal zijn en onze God zal zijn (Openbaring 21:3). Dan wordt ons verwachten zien en ons geloven aanbidden.
De auteur is CDA-bestuurslid te Gouda en lid van de hervormde gemeente te Reeuwijk.