In de vragenrondes uitten synodeleden bezwaren tegen voortgaande eenheid tussen beide kerken. Voor ds. J. W. van Pelt (Oud-Beijerland) en ds. C. Westerink (Rijnsburg) zou in de GKv „het stoplicht wel op oranje of rood mogen staan” bij de ontwikkelingen rondom de kwestie over de vrouw in het ambt. Ze doelen op een rapport van september binnen die kerk, waarin wordt gesteld dat de vrouw in alle kerkelijke ambten mag dienen (link 1, 2 en 3). De CGK besloten in 1998 om de ambten niet open te stellen voor vrouwen. Desondanks heeft de synode van de CGK dinsdagavond niet het sein op rood gezet in de relatie tussen beide kerken.

Nog geen besluit

Ds. P. D. J. Buijs (Ede) noemde in een voorstel in de bespreking van de relatie met de NGK de geschilpunten een voor een op: ambtsdragers binnen de andere kerk moeten aanspreekbaar zijn op de belijdenis. De binding met het Akkoord Kerkelijk Samenleven (AKS; de kerkorde van de NGK) en landelijke afspraken moet blijven. Verder hebben beide kerken verschillende visies op de mogelijkheid om kinderen aan het Heilig Avondmaal toe te laten, op de kwestie over homoseksualiteit en de vrouw in het ambt.

Het voorstel van ds. Buijs om over deze punten het gesprek aan te gaan, werd aangenomen, net als twee voorstellen van andere synodeleden. Die worden teruggekoppeld. Er is nog geen definitief besluit genomen. Vast staat dat ook in dit synodeoverleg de leden zochten naar de reikwijdte van de contacten tussen beide kerken, zonder die band op zich ter discussie te stellen.

Onderscheidend gepreekt

Ds. W. van ’t Spijker, voorzitter van het deputaatschap eenheid, riep in een reactie op het gesprek over de geschilpunten breder te voeren dan alleen binnen de CGK. „De vragen over de vrouw in het ambt leven ook in de Gereformeerde Bond en in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Onze gesprekken zijn nog niet afgerond.”

Ds. J. G. Schenau uit Goes liet een mild geluid horen over de contacten tussen de drie kerken. Hij betreurde in een eerder stadium vragen gesteld te hebben. Die vragen zijn volgens hem in het licht komen te staan van twijfel over de trouw aan het belijden van de GKv en de NGK. Hij staaft met voorbeelden dat ook in deze kerken „onderscheidend” wordt gepreekt. „Als we zo bang zijn dat we het goud van de Christelijke Gereformeerde Kerken kwijtraken, is het dan niet dat we er misschien minder van hebben dan we denken? Het ontvangen goud is genade. We krijgen het niet om te bewaren maar om te delen. Goud dat niet van hand tot hand gaat, verdoft en verstoft.”

De synode besprak verder de mogelijkheid om niet-christelijke gereformeerde ambtsdragers af te vaardigen naar bovengemeentelijke vergaderingen. Zo’n situatie kan voorkomen bij samenwerkingsgemeenten. Hoewel het commissierapport kerkrechtelijk geen hobbels ziet, zijn er vragen over de status van zo’n ambtsdrager. Vanwege tijdnood zal de bespreking hierover woensdag worden voortgezet.