Commentaar: Er ligt een akkoord
Het is te hopen dat de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, John Kerry, Airmiles spaart. Anders is hij de afgelopen weken flink wat punten misgelopen. Want al die retourtjes Washington-Genève hadden zijn saldo flink kunnen spekken.
Of die reisjes in het kader van de onderhandelingen over het Iraanse atoomprogramma voor de bühne zijn geweest zal zijn Airmilespas weinig uitmaken. Wat weet een ordinaire puntenteller immers van de eindeloze intriges van de internationale diplomatie?
Alle plastic gekheid op een stokje. Het is op zijn minst opmerkelijk dat direct na het sluiten van het nucleaire akkoord met Iran bekend werd dat de Verenigde Staten al een jaar lang in het geheim met Teheran aan het onderhandelen waren en dat de belangrijkste afspraken kennelijk al waren gemaakt.
De buitenlandministers van zes grootmachten en Iran moesten de afgelopen weken overuren maken om de formele details van die besprekingen te beklinken. De media smulden. Kerry reist hoogstpersoonlijk naar Genève af, meldden de persbureaus. Zijn Russische ambtgenoot Lavrov ís er zelfs al, klonk het. Nu hangt er werkelijk een akkoord in de lucht, was de conclusie.
Dat akkoord kwam er ook. Al dan niet moeizaam bevochten in de laatste uren van de onderhandelingen. Het verhaal gaat zelfs dat Obama hoogstpersoonlijk zijn juridisch geschoolde oog over de punten en komma’s heeft laten gaan.
Het lijkt er intussen echter op dat het bereiken van een akkoord zo langzamerhand een doel in zichzelf was geworden. Toegegeven, het is toe te juichen dat er weer met Iran te praten valt. Daar ging overigens wel een decennium van antiwesterse retoriek en dreigende taal aan het adres van Israël aan vooraf. Maar toch, het akkoord ligt er.
Dan nu even over de inhoud. Die had er ongeveer zó uit moeten zien: „De Islamitische Republiek Iran verklaart dat zij de afgelopen tien jaar uranium tot 20 procent heeft verrijkt. Voor het opwekken van kernenergie is slechts zo’n 3,5 procent vereist. Wij hadden dus duidelijk andere plannen. Dat gaan we vanaf nu anders doen, want we willen ons fatsoenlijk gedragen. En jullie mogen allemaal en overal komen kijken hoe we dat doen.”
De werkelijkheid is een tikkeltje anders. De gehele Iraanse nucleaire infrastructuur blijft intact. De verrijkingspercentages worden weliswaar teruggeschroefd, maar de capaciteit om een atoomwapen te produceren blijft volledig aanwezig. En dat was nu net niet de inzet van tien jaar diplomatie en internationale strafmaatregelen.
De komende zes maanden moet er een definitieve overeenkomst met Iran worden gesloten – wat die dan ook precies zal inhouden. Als de Amerikaanse president Obama erin slaagt op vreedzame wijze –met stille of luide diplomatie– Iran van het verwerven van een kernbom af te houden, verdient hij voor de tweede keer de Nobelprijs voor de vrede.
Als hem dat niet lukt, zal hij tot in lengte van jaren te horen krijgen – niet in de laatste plaats van Israël: „We told you so.”