Franse minister wil nieuw stabiliteitspact
De Franse minister van Financiën, Francis Mer, stelt voor aan het stabiliteitspact te gaan sleutelen. Een herziening vergt volgens hem wel een rustige aanpak. Italië sloot zich woensdag daarbij aan.
Staatssecretaris van Financiën Gianluigi Magri zei dat de voorwaarden van het eerste pact te beperkend zijn gebleken: „Pact 1 is dood. We moeten de voorwaarden in pact 2 veranderen.”
Eerder had Mer voor de Franse radiozender Europe 1 verklaard dat de eurolanden meer lucht moeten krijgen als het even wat minder gaat. Ook de Nederlandse minister Zalm van Financiën vindt dat landen geld opzij moeten zetten als het goed gaat met de economie. Dat kunnen zij dan weer gebruiken om eventuele tekorten aan te vullen. Een dergelijke regel ontbreekt in het huidige stabiliteitspact.
Mer meent dat het nu eerst belangrijk is de temperatuur wat te laten dalen. Ergens in 2005 is de tijd rijp voor herziening, aldus de bewindsman, ook met het oog op het aantreden van een nieuwe Europese Commissie. Op het EU-ministersoverleg eerder deze week in Brussel werden Frankrijk en Duitsland niet gestraft, ondanks dat ze hun begroting niet op orde hebben.
Als Zweden bij de muntunie had gezeten, waren Frankrijk en Duitsland maandagnacht niet zo makkelijk weggekomen met hun te hoge begrotingstekorten. „Ik zou nee hebben gezegd, net als Nederland. Dan zou de raadsconclusie zijn tegengehouden”, zei de Zweedse staatssecretaris van Financiën, Gunnar Lund, woensdag.
„Het stabiliteitspact is kristalhelder: Duitsland en Frankrijk moeten volgend jaar hun tekort onder de 3 procent van het bbp brengen.” Dat is precies dezelfde harde lijn die Zalm tevergeefs heeft uitgedragen. De bewindsman kwam precies één stem te kort om een boterzachte raadsconclusie te blokkeren.
Maar Zweden heeft onlangs in een referendum de euro afgewezen en daarom mag het land niet meestemmen over sancties tegen Frankrijk en Duitsland. „Ik kan niet anders dan protesteren, maar mag niet stemmen”, aldus Lund. Zweden moet volgens hem wel de gevolgen dragen van het in zijn ogen slechte besluit, in de vorm van een trager herstellende economie.
Het argument dat de euro al hard genoeg is en dat begrotingsdiscipline dat alleen maar erger maakt, vindt hij flauwekul. „Een sterkere discipline creëert de ruimte voor monetair beleid (renteverlaging). Dat zou pas echt gevolgen hebben voor de wisselkoers.”
Zweden maakt zich „grote zorgen” over de gebeurtenissen van deze week. „Het is een realiteit dat grote EU-landen anders worden behandeld dan kleine. Dat gaat ook de conferentie over de Europese grondwet belasten. Het relatie tussen grote en kleine landen is verslechterd. De achterdocht bij de kleintjes groeit dat de grote lidstaten zich meer vrijheden veroorloven en brutalere methoden gebruiken dan in het verleden.”
Lund wil „niet de Apocalyps afkondigen”, maar noemt de situatie wel ernstig. „Als het ”pacta sunt servanda” niet meer werkt op zo’n belangrijk terrein, als je bereid bent het Europees Verdrag op dit punt kort te sluiten, kan dat een ondermijnend effect hebben op het Verdrag als geheel en op de rol van de Europese Commissie.” Hij ontwaart een breuk met het verleden, toen de grote landen nog wel naar de kleintjes luisterden.
De slappe Commissie is als dagelijks EU-bestuur medeveroorzaker van de malaise, meent Lund. „Het is niet uit te sluiten dat we met een andere voorzitter van de Commissie een andere uitkomst gehad hadden.”
Ook oud-premier Wim Kok zei woensdag in Brussel zeer bezorgd te zijn over de „schade die is ontstaan” door de schending van het stabiliteitspact. „Dit vermindert het vertrouwen van de Europese lidstaten in elkaar. Bovendien kan het de euroscepsis, die toch al te veel aanwezig is, voeden. We kunnen niet zomaar overgaan tot de orde van de dag. Dit mag niet ongerepareerd blijven.”
Kok, die een rapport over werkgelegenheid had gepresenteerd aan de Europese Commissie (het dagelijks bestuur van de Unie), heeft ook daar zijn zorgen uitgesproken. „Ik heb gezegd dat de Commissie moed en leiderschap moet tonen om de breuken te herstellen.” Hoe dat het beste kan, daar wil Kok niet op ingaan. „Onderdeel van moed en leiderschap is dat je zelf met de initiatieven komt.”