Binnenland

Jip Wijngaarden is nu een slechte actrice

Met twee koffers vertrok Jip Combes-Wijngaarden naar Parijs. Zesentwintig was ze, en al acht jaar succesvol in de theater- en film­wereld. „Maar niets klopte meer in mijn leven. Ik had God nog nooit tot mijn hart laten spreken.”

Reinald Molenaar
22 November 2013 20:12Gewijzigd op 15 November 2020 07:15
Jip Wijngaarden. beeld RD, Henk Visscher
Jip Wijngaarden. beeld RD, Henk Visscher

Het dagboek van Anne Frank noemt de kunstenares, die meer dan twintig jaar in Frankrijk woont en werkt, „de blauwdruk van mijn leven.” Ze vond het boek in een spouwmuur van haar ouderlijk huis in Putten. Half vergaan, tussen oude kranten, maar leesbaar. „Wat een idee, hè? Het werd mijn bijbel. En toen ik de rol van Anne Frank kreeg in een succesvolle theater­voorstelling, viel alles op zijn plaats. Ruim 250 voorstellingen heb ik gespeeld in 1982 en 1983. Verder kwam er een film van deze productie. Na afloop van zo’n project ben je zelf een overlevende, een overlevende van het verhaal.”

Wie is Anne Frank voor Jip Wijngaarden?

„Een diepe vriendin. Een zus. Iets zoets in mijn leven. Ik lijk qua karakter ook nog op haar: eigenwijs, eigenzinnig en soms gewoon een vervelend kind. Haar zus Margot was veel diplomatieker, richting hun moeder bijvoorbeeld. Anne was dat niet, ze zei waar het op stond.”

De affiniteit met het Jodendom was er in de familie Wijngaarden allang voordat Jip Combes-Wijngaarden –die vooral bekend is onder haar meisjesnaam– de rol van Anne Frank speelde. „Mijn vader was chirurg en mensen dachten vaak dat hij Joods was. Dan hoorde je hen aan elkaar vragen: „Ben je geholpen door die Joodse arts?” Hij was ook erg bezig met het Joodse volk, met Golda Meir en met de Jom Kipoeroorlog. Het zal me niet verbazen als blijkt dat een van onze voorouders Joods was, maar dat is nog nooit onderzocht.”

Haar jeugd bracht Wijngaarden door op de Veluwe, in Ermelo en Putten. Als jongste in „een dynamisch gezin, met liefdevolle ouders en een broer en een zus” én op een christelijke school. „Ik verzette me erg tegen religie en tegen het christendom, en op de middelbare school deed ik er alles aan om te bewijzen dat het geloof niet klopte, dat het hypocriet was. Ik weet nog dat iemand op school een zak met pornografische boekjes bij zich had. Ik heb ze gezien en dacht daarna: „Ik wil niet volwassenen worden. Wat een smerige uitvinding is de wereld en wat gemeen van iemand als God om zoiets te scheppen!” Ik had een ontzettende woede en hardheid richting God.”

Toch wil ze haar jeugd niet als één en al treurigheid zien. „Ik heb in mijn jeugd veel mooie momenten gekend. Het gevaar is groot dat je dramatische dingen zegt, omdat je een geloofsverhaal wilt vertellen. Maar het is niet zo dat na je bekering alles goed gaat en dat daarvoor alles slecht was”, zegt ze geëmotioneerd. „Bij mijn eigen levensverhaal zijn ook andere mensen betrokken, hun doe ik geen recht door alleen maar negatief over mijn jeugd te praten.”

De breuk met de glitter- en glamour­wereld was abrupt en definitief.

„Ja, en daardoor maak je mensen boos, omdat zij zich afvragen: Is die wereld van ons dan echt zo slecht? Ik kan hun niets anders zeggen dan: „Ja. Stop ermee. Stop ermee om jezelf op een podium te plaatsen. Daal af, kom er gewoon bij zitten, kom praten, waarom wil je dit? Je onthoudt jezelf het gewone leven.”

De breuk was definitief. Achteraf heb ik me weleens afgevraagd of het niet wat diplomatieker had gekund. Maar zo werkt het niet. In de Bijbel haalt Jezus iemand uit het dorp om hem buiten het dorp te genezen. Zo haalde God mij naar Parijs. Daar kon Hij tot mijn hart spreken.”

Een jaar voor haar vertrek naar Parijs ontmoette ze geluidsman Philippe Combes. Een Fransman. Vrijwel tegelijkertijd greep God in hun leven in en kwamen ze tot het geloof in „de Joodse Messias Yeshua”, zoals ze zelf zegt. Jip Wijngaarden werd gedoopt in Parijs. „Op het kerkhof van de missionarissen, zei iemand tegen me”, vertelt ze glimlachend. Echter, de baptistengemeente waarbij ze zich aansloten, was spring­levend. „Ruim 750 mensen, voor­namelijk uit de kunst- en theaterwereld en uit het leger, waren hier iedere zondag bij elkaar. Er was een opleving gaande in Parijs rond 1990. Zodoende hebben we christenen van over de hele wereld kunnen ontmoeten en veel gehoord over verschillende vormen van kerk-zijn. Het was een heel rijke tijd voor ons.”

En eenzaam?

„Ontzettend eenzaam. De prijs die je betaalt, is alles. Je kunt die prijs niet betalen, als je niet iets sterks in je hart ervaart. En alhoewel het moment van bekering –het door de poort gaan– heel duidelijk is, opende zich voor mij een woestijn die tien jaar duurde. In die tijd heb ik veel Bijbel­studie gedaan en heb ik geleerd om met God te leven. Geleerd ook dat het goed is, ook als Hij niet sprak.

Ik ben een ontzettend slechte zendeling, want ik kan mensen geen mooi leven voorspiegelen. God werkt langzaam, op een organische manier. Hij heeft er je leven lang voor nodig. Maar „alle dingen werken ten goede voor hen die Hem liefhebben.” Als ik die eerste periode in mijn geloofs­leven niet had gehad, zou ik nooit zo kunnen schilderen als nu.

Niets kan opstaan uit de dood wat niet dood is. En er is veel dood in de mens. Om op te staan in Christus, moet je het eens zijn met je dood. Daarna moet het nieuwe inwerken. Ik ben nog steeds aan het opstaan. Maar dat woestijnleven is voorbij.” Lachend: „Nu is het een kloosterleven. In een zelfgekozen klooster, ons huis in Sergy. Met een atelier. We wonen daar prachtig, met uitzicht op de Mont Blanc. Daar ben ik thuis en heb ik rust. En als ik me afvraag of ik het goed doe, of ik zendeling moet gaan worden in een Afrikaans land of zo, dan geeft God altijd wel een aanwijzing dat ik met schilderen door moet gaan. Ik zou mijn leven met Hem voor geen goud willen opgeven.”

Is uw man nog actief in de filmwereld?

„Hij is geluidsman, maar niet meer bij de Franse cinema. Voor de Zwitserse televisie, werkt hij aan documentaires. Hij staat dus in de realiteit. De sfeer bij de televisie is soms grimmig. Hij mag niet over zijn geloof praten tegen mensen, zijn collega’s uitgezonderd. Als het om bijvoorbeeld het zenboeddhisme gaat, mag er veel meer. Je bent als christen het geweten op het werk, en dat wordt niet gewaardeerd.”

Na 24 jaar huwelijk noemt Jip Wijngaarden het „Gods genade” dat ze nog samen is met Philippe Combes. Met lichtjes in haar ogen: „Ik ben een slechte actrice geworden, ik kan heel moeilijk iets voor me houden. Dat betekent dat we nooit konden gaan slapen voordat iets goed uitgepraat was. Soms leek het bij ons van catastrofe naar catastrofe te gaan. Twee talen, twee culturen… Het werd beter toen we naar het gebied rond het Meer van Genève verhuisden, twintig jaar geleden. Daar wonen we nog steeds. We zijn er gelukkig en konden er samen opnieuw beginnen en we kwamen er in een behoudende evangelische gemeente terecht, waar ze in de hele Bijbel geloven. We hebben inmiddels veel gezien op kerkelijk gebied. Daardoor plakken we minder snel een etiket. Vroeger hadden we meer het idee dat we God moesten verdedigen, maar Hij gaat met iedereen Zijn eigen weg.”

Is er geen grens? Als iemand bijvoorbeeld zegt niet te geloven dat Jezus is opgestaan?

„Dan zeg ik: „Was jij vanmorgen ook maar in bed blijven liggen, want daar heb ik geen boodschap aan. Er zijn zeker grenzen. Ik heb er moeite mee als mensen zogezegd picknicken uit Gods Woord. We moeten met Pesach het hele lam eten, ook de minder aangename stukken. Het is kwalijk als je een god schept naar jouw beeld, want dan is hij zo groot als jouw hersenpan. En dat terwijl in de Bijbel staat dat je niets toe mag doen of af mag doen aan het Evangelie. Ik ga ertegen in, zoals ik ook met mijn schilderijen de sjofar blaas, om mensen wakker te schudden.

Vaak loopt het geloven in een halve Bijbel uit op antisemitisme. Alsof je als je in Gods Woord gaat snijden altijd ook Zijn volk wegsnijdt. Ik vind dat heel kwalijk en ik heb niks met dat Desmund Tutu-achtige, politiek geëngageerde christendom. Wat een pretentie hebben die mensen.

In Genève, vlak bij Sergy, heb je het kantoor van de United Nations. Ik noem het altijd de United Nothing –Verenigde Niets– omdat het er draait om geld en macht. Ze hebben mooie verhalen over mensenrechten, maar iedere zin die die mensen zeggen, begint met: „Ik…” Het draait enkel om „me, myself and I.” De christin Asia Bibi kan in Pakistan in de cel zitten, maar je hoort er niets over. Komen er twee homo’s in de cel om hun geaardheid, dan is het nieuws. Begrijp me goed, die homo’s horen ook niet in de cel, maar ik krijg wel het gevoel dat er een lobby achter zit.”

In 2010 overkomt Wijngaarden een ernstig ongeluk. Ze wordt van achteren aangereden door een auto. Verschillende operaties volgen. Ze kan een tijd lang niet lopen, vanwege verschoven ruggenwervels, en ze loopt nierbekkenontsteking en acute reuma op. Het werk aan haar schilderijen moet ze onder­breken. „Ik moest leren uit te leven wat ik preek: laat het los, en volg God. Dat is een zware dobber geweest. Tegen de reuma kreeg ik spuiten, lichte chemokuren, zou je kunnen zeggen. Daar werd ik zó ziek van dat een bevriende arts zei: „Stop ermee.” De reumatoloog was woedend. Maar toen hij mijn bloedwaarden ging meten, zag hij dat alles goed was. Ik had geen reuma meer. „Is het geen wonder?” vroeg ik hem. Daar wilde hij niet aan. Maar hij had zoiets nog nooit gezien. Ik heb in mijn leven wonderen meegemaakt, die mij leerden vaster op God te vertrouwen.

Nu heb ik nog steeds weinig weerstand. Maar ik kan weer schilderen. In 2015 hoop ik rond 4 mei in de Oude Kerk in Delft een tentoonstelling met oud en nieuw werk in te richten met het thema ”Remember”. Tot die tijd geef ik geen interviews meer en ben ik helemaal weg.”

Welke kunstenaar inspireert u het meest?

„Ik word geïnspireerd door alle authentieke kunst. Altijd als ik in een museum ben, wil ik snel naar huis om aan de slag te gaan. Maar het meest inspireert Marc Chagall mij. We schilderen dezelfde thematiek in dezelfde beeldentaal. Chagall is heel vrij in zijn penseelgebruik. Dat wil ik ook nog meer zijn in mijn werk. Ik ben ook nog veel figuratiever dan hij, daar ligt voor mij een andere uitdaging.

Als het om kunst gaat, onderscheid ik authenticiteit van namaak. Als iets authentiek is, van welke verwarde geest dan ook, kan ik het vaak toch waarderen. Neem bijvoorbeeld het werk van Chaim Soutine, die door verwaarlozing in de Tweede Wereldoorlog aan zijn eind kwam. Hij kwam uit een orthodox-Joods milieu en mocht binnen dat milieu helemaal niet schilderen. Hij heeft schitterende dingen gemaakt.

Vaak ziet men in mij ook een Joodse kunstenaar. Dat ben ik niet, en dat hoef ik ook niet te zijn, want ik geloof in de Messias. Maar ik voel me wel thuis bij de Joodse manier van uitdrukken. Bij de Joodse taal, het Hebreeuws, dat ik geleerd heb.

Mijn belangrijkste inspiratiebron is echter het Woord. Daarin vind ik de boodschap die ik wil uitdragen. De boodschap dat de kerk het hart van de Vader zou moeten hebben voor de zoon die nog thuis moet komen. De kerk is zo vaak op zichzelf gericht. Maar Jezus komt niet terug op de Grebbenberg. De staat Israël is nu geboren, er is een plek waar Hij terug kan komen. Om Israël opnieuw geboren te laten worden, zijn er echter wel vroedvrouwen nodig. Bidders.

Daarom gaan mijn schilderijen vaak over de zoon die thuis is, en zit te mokken en alleen bezig is met zijn eigen erfenis. Ik wil met mijn kunst aan de kerk vragen: Waar staan we? Hebben we het hart van de Vader?”


Levensloop Jip Wijngaarden

Jip Wijngaarden wordt op 
5 juli 1964 te Amsterdam geboren. In 1980 gaat ze naar Nimeto in Utrecht, met als doel door te stromen naar de kunstacademie. In 1982 breekt ze haar opleiding af, omdat ze de rol van Anne Frank krijgt in een theaterproductie van Jeroen Krabbé. Een bloeiende toneel- en filmcarrière volgt. Ook tekent en schildert ze in die jaren. In 1990 vertrekt ze naar Parijs, waar ze in het huwelijk treedt met Philippe Combes. In de volgende jaren komt de productie van schilderijen rond het thema ”Israël en de Bijbel” op gang. Op dit moment werkt Jip Wijngaarden aan een tentoonstelling in de Oude Kerk te Delft in 2015.


Zie ook:

Van Anne Frank tot de shoah : interview met Jip Wijngaarden

(Reformatorisch Dagblad, 05-05-2003)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer