De moeder van D., de 48-jarige Yasmine S., stond ook terecht. Zij zou met het plan zijn gekomen om de man te bestelen. S. kwam bijna dagelijks bij Van Pareen over de vloer om samen „cocaïne te roken”. Ze wist dat de man veel geld in huis had en dat hij het niet op de bank wilde zetten omdat het zwart was en hij er geen belasting over wilde betalen.

S. ontkende dat ze wist dat haar zoon en zijn vriend de bejaarde wilden bestelen. „Ik zou nooit accepteren dat mijn zoon aan zoiets mee zou doen.”

Volgens S. en D. liep het de bewuste ochtend helemaal mis. Ze hadden eerder al het plan in te breken, maar dat lukte steeds niet. Het idee was dat ze een postpakketje zouden aanbieden bij de deur. Op het moment dat Van Pareen het pakje aannam, duwde S. hem naar achteren waarop ze beiden op de grond vielen. Het tweetal schopte de bejaarde, sloeg hem met een koevoet en pakten hem bij de hals, waarop ze zijn benen, handen en mond vastplakten met tape.

Daarop doorzochten ze de woning aan de Pomonastraat. Volgens D. stopten ze daarmee toen ze doorkregen dat het niet goed ging met het slachtoffer. „Toen we zagen dat het slecht ging, hebben we hem in de stabiele zijligging gelegd.” Het tweetal vluchtte daarop zonder buit naar D.’s huis, waar ze zijn moeder zouden hebben verteld dat het was misgegaan. S. ging daarop naar Van Pareen en belde 112. De bejaarde overleed dezelfde dag in het ziekenhuis. D.’s vader, die op de bewuste dag in de cel zat, ging later die maand naar de politie om te vertellen dat hij had gehoord dat zijn vrouw, zoon en diens vriend bij de fatale overval waren betrokken.