De commissie laat woensdag weten dat door ontpoldering een voor de natuur waardevol gebied ontstaat. Wel zal het opslibben van de polder volgens een recent rapport sneller verlopen dan aanvankelijk was voorzien. „Door opslibbing verandert het intergetijdengebied na verloop van tijd geleidelijk in een (hooggelegen) schor dat uiteindelijk steeds minder overstroomt”, aldus de commissie. „Maar omdat schor ook een bijdrage levert aan het beoogde natuurherstel is dit geen probleem.”

Een intergetijdengebied is een gebied dat droogvalt bij laagwater en onderloopt bij hoogwater. Een schor is buitendijkse begroeide landaanwas.

De commissie vindt wel dat de milieueffectrapportage op enkele punten onvolledig is. Ze adviseert onder meer aanvullende informatie te geven over al bestaande natuur die door ontpoldering wordt aangetast.

In december nam het kabinet het besluit de Hedwigepolder onder water te zetten, na jarenlang gesteggel. Tegenstanders van het plan vinden dat er in de loop der jaren al genoeg landbouwgrond verloren is gegaan. Ook hebben ze op basis van een recent onderzoek gewaarschuwd dat het gebied na ontpoldering weer in rap tempo zal dichtslibben en dat het beoogde natuurherstel daarom niet wordt bereikt.

Circa 2000 mensen en instanties hebben een zienswijze ingediend op het plan voor het ontpolderen. Volgens de actiegroep Red onze Polders wordt in zeker 1700 visies bezwaar gemaakt tegen ontpoldering.