Schending begrotingspact schaadt EU
Gevolgen voor de economie en voor de euro blijven vooralsnog uit, maar voor het aanzien en de geloofwaardigheid van de EU is het een slechte zaak. De ministers van Financiën hebben door toedoen van Duitsland en Frankrijk het stabiliteitspact in feite buiten werking gesteld.
Het komt erop neer dat de genoemde landen geen inmenging wensen van Brussel in hun interne begrotingsbeleid, al strookt die bemoeienis in de huidige situatie van onvoldoende budgettaire zuinigheid volledig met de in 1997 vastgelegde spelregels. Voorts accepteren zij niet de dreiging van, eveneens conform die afspraken, een boete voor het geval zij volharden in hun wangedrag. De rest van de lidstaten -op Spanje, Nederland, Oostenrijk en Finland na- accepteert die afwijzende houding, hoewel die volledig indruist tegen het gedachtegoed van de Europese samenwerking.
Bovendien riekt de gang van zaken naar een vorm van klassenjustitie. De twee toonaangevende leden van de Unie slaan de handen ineen en mobiliseren een meerderheid die hun hooghartige weigering om zich te schikken naar de gemeenschappelijke voorschriften accordeert. Hoe zou het zijn afgelopen als een klein land in de fout was gegaan?
Het begrotingstekort dient onder de 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) te blijven. Volgens de tekst van het stabiliteitspact had de EU van Berlijn en Parijs mogen eisen dat ze in 2004 die norm weer zouden eerbiedigen, nadat ze die tweemaal achtereen hebben overschreden. De Europese Commissie, de instantie die waakt over de naleving van de bepalingen en die bij een ontsporing voorstellen moet doen om een overtreder tot een correctie te dwingen, wilde twaalf maanden uitstel verlenen: pas in 2005 terug onder de grens, maar volgend jaar vast wel aanvullende bezuinigingen.
Doch voor Duitsland en Frankrijk gaat ook dat te ver. Zij verzetten zich tegen verplichtingen, laten gewoon weten dat zij een dergelijke strenge aanpak niet kunnen aanvaarden. Kortom, zij bewandelen hun eigen weg, onder het mom dat extra ombuigingen het herstel van de economische groei frustreren. Zij volstaan met de belofte dat zij ernaar streven in 2005 het overheidssaldo inderdaad terug te dringen tot onder het plafond. Zalm, pleitbezorger van een strikte handhaving van de discipline, durft er naar zijn zeggen nu al een gokje op te wagen dat ze die toezegging niet zullen nakomen.
De meesten van zijn collega’s schuwen echter de confrontatie. Nogmaals, daarbij rijst de vraag: Zou een afwerende benadering van bijvoorbeeld Portugal of Griekenland eveneens zijn geslikt of zijn alle lidstaten gelijk, maar sommige meer gelijk dan andere? Zalm sprak letterlijk over druk en zelfs intimidatie van de kant van de twee grootmachten.
De Commissie wordt genegeerd. Haar voorstel is door de ministerraad terzijde geschoven. Die treedt daarmee buiten de procedures van het pact. Dat betekent een inbreuk op dat beleidsinstrument en tegen die achtergrond overweegt het college van voorzitter Prodi naar het Europese Hof van Justitie te stappen.
De euro lijdt er tot dusver niet onder. De koers in relatie tot de dollar vertoont de laatste tijd juist een opwaartse beweging. En verder moeten we erkennen dat de limiet van 3 procent een willekeurig karakter draagt. Vanuit economisch oogpunt bestaat er geen noodzaak om precies bij dat niveau een streep te trekken.
Maar voor het functioneren van de EU is het een verkeerd signaal als er met de begrotingsvoorschriften wordt gesjoemeld. Bij de eerste de beste conjuncturele inzinking blijkt de in 1997 gesloten overeenkomst zo zacht als boter. Wat zijn afspraken dan nog waard? Zal dit regeringen niet aanmoedigen om als het toepassen van een bepaalde regel een keer slecht uitkomt, ook die dan maar aan de laars te lappen?
Vooral de handelwijze van Duitsland in deze kwestie stelt zwaar teleur. Juist onze oosterburen namen destijds -toen waren er nog niet de sociaal-democraten aan de macht- het initiatief om het stabiliteitspact tot stand te brengen. Het vergde veel overredingskracht om Frankrijk, dat traditioneel wat minder hecht aan een solide begrotings- en monetaire politiek, achter dat plan te krijgen. Nu lopen bondskanselier Schröder en zijn manschappen voorop om zich te onttrekken aan de knellende banden ervan. Overigens klinkt daarop ook binnen de eigen natie, van de zijde van de Bundesbank en de werkgeversorganisaties, stevige kritiek.
Over ruim twee weken treffen de regeringsleiders in Brussel elkaar voor de afrondende onderhandelingen over de beoogde Europese grondwet. De jongste ontwikkelingen zullen bij een aantal van hen de animo om tijdens dat beslissende conclaaf de noodzakelijke concessies te doen niet vergroten.
In een latere fase mag in veel landen de bevolking zich via een referendum uitspreken over het nieuwe verdrag. Ook in haar richting maakt de EU op deze wijze voor zichzelf geen reclame. Wat zal de Nederlandse burger geneigd zijn te denken? Wij moeten zwaar bezuinigen en de grote buurlanden gaan ondertussen rustig hun eigen gang. Ongeacht of dat een terechte of een onterechte conclusie is, ze wakkert het enthousiasme om vóór te stemmen vast niet aan.