VU verwerft zeldzaam getijdenboek
De universiteitsbibliotheek van de Vrije Universiteit in Amsterdam heeft onlangs een zeldzaam, fraai uitgevoerd handschrift aangeschaft: een op perkament geschreven getijdenboek dat rond 1470/1490 is gemaakt in een klooster bij Groningen.
De VU heeft dit getijdenboek, volgens haar „een belangrijke bron van de voorreformatorische lekenvroomheid”, in de oorspronkelijke vorm in huis gehaald. „Studenten en onderzoekers op gebieden zoals geschiedenis, kunstgeschiedenis, Nederlands en kerkgeschiedenis kunnen daarmee hun voordeel doen.”
Het handschrift bevat de uit het Latijn vertaalde tekst van de gebeden op vaste tijden van de dag, zoals de Mariagetijden, de zeven boetpsalmen, de litanie van alle heiligen en het dodenofficie. De vertaling is van Geert Grote (1340-1384), grondlegger van de religieuze beweging van de moderne devoten.
Het getijdenboek, in de Middeleeuwen een van de meest gelezen teksten, was populair bij leken. Veel van deze boeken werden vervaardigd in kloosters in Overijssel, waar de beweging haar thuisbasis had, en in Holland.
Het bijzondere van dit boek is, aldus de universiteit, vooral dat het niet in een van de vanouds bekende centra is geschreven, maar in een benedictijnenklooster in Selwerd, bij Groningen. „Dankzij onderzoek van de Groningse handschriftendeskundige prof. dr. J. M. M. Hermans weet men pas vrij recent dat er in en rond Groningen handschriften werden geproduceerd. Er zijn er niet veel meer dan honderd bekend, met een uiteenlopende inhoud.”
Het handschrift is uitbundig gedecoreerd. Opvallend zijn de zeven geschilderde en met goud versierde grote initialen en de talrijke kleinere versierde hoofdletters. In deze initialen en tussen de versieringen in de marge zijn gefantaseerde bloemen en vruchten afgebeeld. De uitvoering en de kleuren van deze decoraties zijn kenmerkend voor de Groningse handschriften.
Het boekje (198 bladen van 130 bij 93 millimeter) is gestoken in een roodbruine kalfsleren band uit het begin van de zestiende eeuw, versierd met vergulde stempeltjes. Uit een inscriptie blijkt dat het getijdenboek is gebruikt door de taalkundige Jakob Verdam (1845-1919), die er citaten aan ontleende voor het Middelnederlandsch Woordenboek. Het boekje was toen van de Amsterdamse antiquaar en veilinghouder Frederik Muller. Naderhand kwam het in Franse handen om nu, na een tussenfase bij een antiquariaat, opgenomen te worden in publiek Nederlands bezit.
Dergelijke Groningse handschriften komen volgens de VU praktisch niet op de markt. „Heel toevallig heeft de Groningse universiteitsbibliotheek onlangs eveneens een handschrift uit de regio kunnen bemachtigen, een gebedenboek van rond 1520 uit het klooster Thesinge.”