Een vrolijke boel, maar de angst is gebleven in Zuid-Sudan
De wereldpers is er allang uitgekeken, en toch is er in het noordoosten van Zuid-Sudan sprake van dramatische toestanden. Christelijke hulpverleners zijn er nog wél en hun dienstbaarheid is een getuigenis. Het RD wil hen graag steunen.
Bekijk hier de website van de RD-actie en doneer.
De RD-actie is ook actief op Twitter en Facebook.
Kijk even niet naar hun kleren die als lompen om hun lijfjes hangen –ze hebben nu eenmaal niets anders dan dit– maar geniet van die snuitjes en de nieuwsgierige blikken. Een vrolijke boel, zo lijkt het op de foto. Toch hebben de kinderen verschrikkelijke dingen meegemaakt: bombardementen, beschietingen, nachtelijke voettochten, honger.
Het groepje was me zojuist achterna gerend, luidruchtig „khawaga” roepend, witte mensen, want die zien ze niet dagelijks. Een vrolijke boel dus in het vluchtelingkamp Batil, een van de vier kampen in de regio Maban, in het noordoosten van Zuid-Sudan.
Intussen hebben de meesten van deze kinderen in hun jonge leventje dingen meegemaakt waarover wij in Nederland 73 jaar na de Tweede Wereldoorlog nóg memoires schrijven: hevige bombardementen, dodelijke beschietingen, nachtelijke voettochten, doodsangsten, honger. Dat was eerder dit jaar, of enkele maanden daarvoor, toen aan de andere kant van de grens, in buurland Sudan, de dorpen waar ze met hun families woonden, werden platgebombardeerd en ze het op een lopen moesten zetten, alles achterlatend. Sommigen van deze kinderen zijn zelfs hun ouders kwijtgeraakt en ze kwamen in hun eentje bij dit kamp aan, soms na vele dagen en nachten lopen.
Inmiddels is het in Maban volop crisis omdat er meer dan 120.000 oorlogsvluchtelingen uit buurland Sudan op een kluitje zitten zonder enig uitzicht op terugkeer. De oorlog over de grens in Sudan duurt voort, maar ook hier in Maban loopt de toekomst dood: gastland Zuid-Sudan heeft nog maar net zelf de oorlog met Sudan achter de rug en zijn bestaan als onafhankelijk land is nog lang niet op orde.
MAF
Ze krijgen wél hulp van diverse westerse organisaties, en een daarvan is Medair, een christelijke organisatie die in dit verlaten oord is neergestreken. En precies omdát hun werk in zo’n uithoek ligt kunnen de Medairmensen niet zonder de inzet van piloten van de MAF. Tweemaal per week doen die het gebied aan om er materiaal of voorraden medicijnen te lossen en personeel af te zetten of juist mee te nemen. Nu mag de oorlog voor deze kinderen alweer ver weg lijken, de werkelijkheid is een andere. Zo hoeft er maar een vliegtuig over te komen of ze stuiven met wijd opengesperde ogen uiteen: bommenwerpers die ons opnieuw komen bestoken!
En ook op andere locaties in het kamp –waar bijna 40.000 mensen in tenten leven– woedt de nasleep van de oorlog voort. Artsen, verplegers en andere hulpverleners werken er met man en macht om te voorkomen dat deze broedplaats van dodelijke ziekten een slagveld wordt omdat virussen en bacteriën zich kunnen vergrijpen aan fysiek verzwakte bewoners. Vooral kinderen onder de vijf jaar, zwangere vrouwen en zij die net zijn bevallen zijn kwetsbaar.
In de medische post die Medair in het kamp Batil heeft ingericht, zitten ze geduldig op hun beurt te wachten, voornamelijk kleine kinderen en moeders. Van sommigen is direct al duidelijk dat ze hondsziek zijn. Zo grijpt een jongetje voorturend naar zijn hoofd terwijl een zwerm vliegen het op zijn ontstoken ogen heeft voorzien. Even verderop zit een meiske van drie de longen uit haar lijfje te hoesten. Het loeiende geluid waarmee ze lucht naar binnen zuigt en het gerochel waarmee ze, rood aangelopen, weer uitademt zijn niet om aan te horen. „Ernstige infectie van de luchtwegen”, stond quasi zakelijk op de lijst van kwalen, maar wat zoiets echt inhoudt, dat kun je enkel horen…
Niet levend vandaan
„Veel mensen komen niet naar onze post omdat ze zeker weten dat je er niet levend vandaan komt”, zegt de Britse arts Helen Brannam (39). „Zieken gebruiken liever geneeskrachtige kruiden –dat zijn ze gewend– en alleen als dát niet helpt komen ze hierheen. Maar dan is het vaak te laat en overlijden ze alsnog. Anderen hebben het verband dan snel gelegd: Zie je wel: die post is dodelijk.”
Zou het toeval zijn dat opgejaagde mensen voor het eerst in hun leven intensief in contact komen met christelijke hulpverleners? De meesten zijn pure heidenen of aanhangers van de islam, doorgaans vermengd met heidense ingrediënten. En terwijl er aan de overzijde van de grens nog altijd de bommen vallen, zetten christenen in Maban het machtigste wapen in dat zíj in handen hebben gekregen: christelijke naastenliefde en dienstbaarheid. Een indringender getuigenis van Gods liefde voor zondaren is ondenkbaar.
Over refugees en returnees
De RD-lezersactie voor Zuid-Sudan is gericht op projecten van de ZOA in en rond Wuji, in het uiterste zuiden, én op het werk van de MAF ten dienste van wat in het Engels “refugees” heet – vluchtelingen. Ze komen uit buurland Sudan (om precies te zijn: uit Blue Nile State), waar ze door oorlogsgeweld zijn verdreven naar het buurland Zuid-Sudan. In dit artikel richten we ons op dát onderdeel van de lezersactie.
Van de 120.000 vluchtelingen in het noordoosten van het land (zie kaartje) zitten er bijna 40.000 in het Batilkamp. De christelijke hulporganisatie Medair biedt mensen in dit vluchtelingenkamp medische zorg, schoon water en sanitair. De aanvoer via de lucht van materialen en medicijnen vanuit de hoofdstad Juba naar dit geïsoleerde gebied is cruciaal. Het is de MAF die daar twee keer per week voor zorgt, en wij willen precies dát werk met onze actie steunen.
Buiten het Batilkamp doolt nog een groep rond, en dat zijn oorspronkelijke Zuid-Sudanezen die vanuit Sudan naar hun eigen land terugkeren nu dat onafhankelijk is geworden. Ook over deze ”returnees” ontfermt Medair zich. Daarover een volgende keer.