Kerk & religie

Brieven uit de hel

”Brieven uit de hel”, voor het eerst verschenen in 1942, is misschien wel de beroemdste titel uit Lewis’ veelzijdige oeuvre. In de vorm van een briefwisseling tussen een leerling-duivel en zijn supervisor in de hel stelt hij alle zwakten van mensen aan de kaak. Inzichtgevend, confronterend en ontdekkend.

Enny de Bruijn
18 November 2013 09:16Gewijzigd op 15 November 2020 07:06

Lewis toont hoe de duivel op alle mogelijke manieren zijn kans ziet: als de ‘patiënt’ vol verheven gevoelens zit (hoogmoed ligt op de loer) of als hij lauw en uitgeblust is (kans op moedeloosheid). Nergens heeft het duivelse verleidingswerk intussen meer succes dan in de kerk en onder christenen die elk voor eigen waarheid strijden.

Maar uiteindelijk is „niets van enig belang, behalve de tendens (…) waardoor een gegeven patiënt zich naar de Vijand toe dan wel naar ons toe beweegt.”


Praktische adviezen van een duivel

Beste Galsem,

„Ik las met veel genoegen wat jij me vertelt over de verhouding van deze jongeman tot zijn moeder. Maar dit voordeel moet jij uitbuiten. De Vijand werkt van het centrum uit naar buiten toe, door geleidelijk steeds meer gedragingen van de patiënt onder de nieuwe eis te stellen; en de houding tegenover zijn oudje kan ieder moment aan de beurt komen. Jij moet er het eerst bij zijn. Houd geregeld contact met collega Glijmpek, die over zijn moeder gaat, en bouw samen daar in huis een hecht patroon van wederkerige ergernis, van dagelijkse speldeprikken. Hier volgt een aantal nuttige wenken.

Richt zijn gedachten op het innerlijk leven. Hij denkt dat zijn bekering iets bij hem van binnen is, en daarom is zijn aandacht momenteel vooral gericht op zijn eigen innerlijke toestanden – of liever gezegd: op de zeer gekuiste versie daarvan die alles is wat hij te zien mag krijgen. Stimuleer dit. Laat hem de allereenvoudigste taakjes over het hoofd zien door hem te wijzen op het meest gevorderde en geestelijke werk. Versterk die o zo nuttige karaktertrek van mensen: afkeer en verwaarlozing van hetgeen voor de hand ligt. Je moet hem in een toestand brengen waarin hij zich een uur lang aan zelfonderzoek kan wijden zonder iets te ontdekken van wat klip en klaar is voor ieder die met hem onder hetzelfde dak gewoond of in hetzelfde kantoor gewerkt heeft.

Het zal niet te voorkomen zijn dat hij voor zijn moeder bidt, maar wij hebben middelen om de gebeden onschadelijk te maken. Zorg ervoor dat het altijd zeer ‘geestelijke’ gebeden zijn, dat hij altijd met haar zielestaat bezig is en nooit met haar reumatiek. Dit heeft twee gunstige gevolgen. In de eerste plaats blijft zijn aandacht gevestigd op wat hij beschouwt als haar zonden, en met een beetje sturing van jouw kant zal hij daarmee doelen op alles bij haar wat hemzelf irriteert of slecht van pas komt. Zo kun je zout in de dagelijkse wondjes blijven strooien zelfs terwijl hij in gebed is; hier is niets moeilijks aan en je zult zien hoe leuk het is.

In de tweede plaats zal hij heel primitieve en vaak onjuiste ideeën over haar ziel hebben en dus tot op zekere hoogte voor een denkbeeldige persoon bidden, en dan is het aan jou om deze denkbeeldige persoon iedere dag minder op zijn werkelijke moeder te laten lijken – het bitse dametje aan het ontbijt. Op den duur krijg je de kloof misschien zo groot dat er nooit één gedachte of gevoel uit zijn gebed voor de denkbeeldige moeder zal doorstromen naar zijn omgang met de echte moeder. Ik heb wel patiënten zo goed in de hand gehad dat ze zich van een gloedvol gebed voor de ‘ziel’ van een zoon of echtgenote in een oogwenk en zonder bedenkingen tot het slaan of beledigen van de werkelijke zoon of echtgenote lieten overhalen.

Ten slotte: laat mij iets weten over de religieuze ligging van dat oude dametje. Is zij wel afgunstig op de vernieuwing in het leven van haar zoon? En gepikeerd dat hij pas zo laat en van anderen heeft aangenomen wat hij als kind van haar allang had kunnen weten? Vindt zij dat hij er een hoop ‘drukte’ over maakt – of dat het bij hem wel erg gemakkelijk gaat? Denk ook aan die oudere broer in het verhaal van de Vijand.”

Je toegenegen oom Schroeflik

(Uit ”Brieven uit de hel” van C. S. Lewis (vertaling Arend Smilde)


Boekgegevens

Brieven uit de hel, C. S. Lewis; vert. Arend Smilde; uitg. Kok, Utrecht, 2009 (ook verkrijgbaar in cassette i.c.m. De grote scheiding en Onversneden christendom); ISBN 978 90 435 1726 3; 175 blz.; € 16,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer