Opinie

Biblebelt maakt refo’s meer zichtbaar in samenleving

Het bestaan van de biblebelt maakt refo’s zichtbaarder in de Nederlandse samenleving. Dat zou je als een pluspunt kunnen zien.

dr. C. S. L. Janse
18 November 2013 09:00Gewijzigd op 15 November 2020 07:06
beeld RD
beeld RD

De term biblebelt heeft zo langzamerhand breed ingang gevonden. Twee weken geleden was er in Gouda een bijeenkomst van het Biblebelt Netwerk. Het is Engels, dus het klinkt beter dan wanneer je het hebt over de bevindelijk gereformeerden of de gereformeerde gezindte.

Diagonaal over Nederland, van Staphorst tot Meliskerke, loopt een band van plaatsen waar relatief veel refo’s wonen. Van een meerderheidspositie is meestal geen sprake. Wel geldt dat, terwijl zij landelijk gezien maar een kleine minderheid vormen, zij in de biblebeltgemeenten een factor van betekenis zijn. Bovendien ligt de biblebelt ingebed in de veel omvangrijkere protestantenband, die doorloopt tot in Noord-Groningen.

Wel zijn er in de stroom van gemeentelijke herindelingen allerlei SGP-bolwerken samengevoegd met buurgemeenten waarin die partij veel minder voorstelt. Daarbij komt dat door de sterke terugloop van het CDA in tal van biblebeltgemeenten de confessionele meerderheid in de raad verloren is gegaan.

In grote lijnen valt de biblebelt samen met de grenslijn ten tijde van het Twaalfjarig Bestand, zo halverwege de Tachtigjarige Oorlog. Mogelijk heeft er in de toenmalige grensgebieden een sterkere calvinisering plaatsgevonden dan elders. Maar de religieuze geografie is een complex verschijnsel, dat zeker op lokaal niveau (menselijkerwijs gesproken) van toevalligheden aan elkaar hangt.

Interessant is wel dat er de laatste halve eeuw een verdere geografische concentratie van refo’s heeft plaatsgevonden. Prof. dr. J. Rouwendal presenteerde op de eerder genoemde bijeenkomst in Gouda een segregatie-index. Hij baseerde zich daarbij op de stemcijfers van de SGP. Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw is de segregatie toegenomen. De SGP moest het bij de verkiezingen steeds meer van haar bolwerken hebben. Sinds het eind van de vorige eeuw neemt de segregatie-index niet verder toe, maar dat heeft ook te maken met de grootscheepse gemeentelijke herindelingen. Die verstoren de index.

In de loop der jaren is de keuzevrijheid van mensen ten aanzien van hun woonplaats toegenomen. Welvaart, autobezit, betere weg- en spoorverbindingen leiden ertoe dat mensen gemakkelijker kunnen besluiten om niet te gaan wonen of niet te blijven wonen in de gemeente waar ze hun werk hebben. Inmiddels is meer dan de helft van de beroepsbevolking forens. Verder geldt dat voor steeds meer mensen de arbeidsmarkt waarop zij zich oriënteren, niet langer een lokaal of regionaal, maar veeleer een nationaal karakter draagt.

Uit de door prof. Rouwendal (samen met zijn zoon Harm-Jan) berekende cijfers blijkt dat een aantal refo’s de toegenomen keuzevrijheid ten aanzien van de woonplaats gebruikt om zich te vestigen in plaatsen waar zich reeds een flink aantal geestverwanten bevindt. Daar is immers, meer dan elders, de gewenste sociale infrastructuur aanwezig.

In concreto moet men daarbij denken aan een niet te kleine kerkelijke gemeente. Voor gezinnen met kinderen bovendien aan een reformatorische basisschool in de nieuwe woonplaats en een dito school voor voortgezet onderwijs op fietsafstand. In zo’n plaats bouwt men ook gemakkelijker een vrienden- en kennissenkring op.

In een kleine kerkelijke gemeente (zeker als die vergrijsd is) ontbreekt vaak het jeugdwerk en vinden jonge echtparen weinig leeftijdsgenoten. In de (Oud) Gereformeerde Gemeenten (in Nederland) is bovendien een relevante factor bij de verhuisbeslissing dat grotere gemeenten vaker een eigen predikant hebben.

Zoutend zout

De relatieve concentratie van de reformatorische achterban heeft ook andere voordelen. De bezorging van het RD door eigen bezorgers zou stukken moeilijker zijn (en wellicht onmogelijk) wanneer de abonnees evenredig verdeeld over heel Nederland woonden.

Toch hoor je de laatste tijd regelmatig kritiek op „het samenklonteren van de refo’s in de biblebelt.” In een aantal gevallen kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat dat ook een manier is om zich af te zetten tegen de bevindelijk gereformeerde groepering.

Gemakkelijk wordt daarbij het Bijbelse beeld van het zout aangehaald. Het zout moet niet samenklonteren in het zoutvat, zo wordt beklemtoond. Maar in de drie synoptische evangeliën waar dit beeld aan de orde komt, gaat het primair om wat anders. Daar wordt gewaarschuwd tegen het gevaar dat het zout smakeloos wordt. Dat de kerk verwereldlijkt. Dat nogal wat mensen op een andere manier omgaan met dit Bijbelse beeld, zegt wel wat. Kennelijk is men minder beducht voor het gevaar van verwereldlijking en tamelijk optimistisch over de eigen inzet.

In het geheel van de keuzes die een mens in zijn leven maakt, is die van de woonplaats zeker van betekenis. Een mens is immers een sociaal wezen. Wel geldt dat mensen mobieler zijn dan vroeger. Daardoor is de woonplaats minder bepalend voor hun sociale contacten, maar dat wil niet zeggen dat hij onbelangrijk is geworden.

Nu is het ook zo dat werkgelegenheid en woningmarkt soms maken dat je komt te wonen in een plaats die zeker niet je eerste keus was. Ook hier wordt het ideale veelal niet bereikt. Bovendien geldt dat waar men dacht het te vinden, het soms bitter tegenvalt en dat de woonplaats waar men aanvankelijk zo tegen opzag, soms meevalt.

Kortom, het is een complex geheel, waarbij het onze bede moet zijn om ook in dit opzicht in Gods wegen te gaan. Dat valt echter niet te verwachten wanneer we de vraag waar we zondags naar de kerk kunnen gaan, niet vooropstellen en de schoolkeuze voor onze kinderen evenmin prioriteit heeft.

Begrijpelijk

Vandaar dat de trek naar de biblebelt (waarvan we de omvang ook weer niet moeten overdrijven) begrijpelijk is. Zoals ook te begrijpen is dat refo’s daar niet graag weggaan. Naast de meer principiële argumenten, spelen lokalistische motieven vaak ook een rol van betekenis. Mensen zijn soms erg gehecht aan hun geboortestreek. Het zij zo.

Biblebeltgemeenten vind je op het platteland, inclusief het verstedelijkt platteland. De steden horen er in ieder geval niet toe. Wat het leefklimaat in de grote steden voor velen aantrekkelijk maakt, telt voor refo’s niet of minder zwaar. Het beeld bestaat juist dat het leven in de grote stad meer seculariserend werkt. Tot op zekere hoogte is dat ook waar.

Vandaar dat reformatorische kerken in de (grote) steden teruglopen. Dat proces is al decennialang aan de gang. Voor de stadskerken zelf is dat een tragische ontwikkeling. Maar hun grote omvang in het verleden kwam voor een niet gering deel doordat mensen bij gebrek aan werk elders, noodgedwongen hun heil in de stad zochten. Veelal was dat niet hun eerste keus.

Ook toen gold dat de stad seculariserend werkte. De grotestadsgemeenten bleven alleen op peil door de voortdurende toestroom vanuit het platteland. Dat gold evenzo voor de Gereformeerde Kerken.

Onmiskenbaar werkt de secularisatie ook door buiten de grote steden. Ook in de biblebelt. De digitale wereld is daar eveneens present. Maar het leefklimaat wijkt daar toch af van de rest van het land. Dat geldt ook voor de politieke verhoudingen. Door allerlei decentralisatieoperaties wordt het belang daarvan groter. Denk aan de zondagsopenstelling van winkels, die nu in handen gegeven is van de gemeenteraad.

Ten slotte geldt dat het bestaan van de biblebelt de refo’s meer zichtbaar maakt in de Nederlandse samenleving. Dat zou je ook nog als een pluspunt kunnen zien.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer