Autonome mens is geen mens
Welke gevolgen heeft het als de mens autonoom wordt, in de eigenlijke, nietzscheaanse betekenis van dat woord? Als hij zich niet langer laat gezeggen door –universele– wetten die buiten hemzelf liggen? Voor C. S. Lewis is het antwoord glashelder: vroeg of laat leidt dat tot de afschaffing van die mens.
Als er één publicatie is die met de dag actueler lijkt te worden, is het Lewis’ ”The Abolition of Man” uit 1943, in het Nederlands vertaald als ”De afschaffing van de mens”. Het doet denken aan werken als George Orwells ”1984” en ”Brave New World” van Aldous Huxley. De mens die autonoom wil zijn, aldus Lewis, komt ten slotte onder de macht van ánderen, van „de Africhters.” Niet dat hun onderdanen „slechte” of „ongelukkige” mensen zullen zijn. „Zij zijn helemaal geen mensen.”
Boekgegevens
De afschaffing van de mens & De descriptione temporum, C. S. Lewis; uitg. Kok Voorhoeve, Kampen, 1998; ISBN 90 297 1450 6; 112 blz.; € 14,95.