Even windstilte rond Protestantse Kerk in Nederland
LUNTEREN. De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) bevindt zich even in een windstilte. Dat is een goed moment voor de generale synode om zich te bezinnen op haar toekomst, vindt scriba dr. A. J. Plaisier.
De synodeleden van de Protestantse Kerk gingen vrijdag in Lunteren in kleine groepen in gesprek over de onderwerpen waar de landelijke kerkvergadering zich in de nabije toekomst mee bezig moet houden. Sinds de oprichting van de Protestantse Kerk in Nederland in 2004 is de agenda behoorlijk beladen geweest, stelde dr. Plaisier. Op de synodetafel lagen een paar grote dossiers, zoals de toekomstnota ”Hand aan de ploeg” en de evaluatie van de kerkorde. „De druk is wat van de agenda af; de kerk bevindt zich even in een windstilte.”
De vraag is nu waar de generale synode zich in de komende tijd op moeten richten. Een belangrijk thema is in ieder geval „hoe wij kerk en christen zijn in de huidige tijd”, aldus dr. Plaisier. „De kerk is een geloofsgemeenschap en een instituut, dat aan allerlei vormen van erosie onderhevig is. Een generale synode behoort zich dat als voortdurende zorg aan te trekken.”
De Generale Raad van Advies (GRA), het belangrijkste adviesorgaan van de kerkvergadering, was door het synodebestuur (moderamen) gevraagd over die toekomstagenda na te denken. Dat resulteerde in een notitie waarin de GRA onder meer stelt dat de werkwijze van de kerkvergadering moet veranderen. De synode zal meer een forum moeten worden en minder een vergaderzaal. „Het is niet overdreven te stellen dat de kerk in een onzekere tijd verkeert”, en daarom is bezinning op het kerk-zijn noodzakelijk. „De toekomst van de Protestantse Kerk is in het geding.”
De GRA komt in zijn nota met zeven onderwerpen waarop de synode zich dient te concentreren. Zo moet er nagedacht worden over de plaats van de kerk in de samenleving, de verhouding tussen traditionele en „pionerende” gemeenten en de positie van de voorganger. En bovendien: „Menige theologiestudent ervaart de Protestantse Theologische Universiteit niet als plek waar wordt gebouwd aan de juiste habitus van een kerkelijke voorganger.”
De synodeleden gingen in kleine groepen in gesprek over de toekomst van de landelijke kerkvergadering. Dat leverde een waaier aan opmerkingen en voorstellen op. Ds. W. T. V. Verhoeven (Den Haag) deed een paar „hartenkreten.” Zo leven er zorgen over de „parttimisering van het predikantenambt” in de kerk. Ds. T. J. Oldenhuis (Coevorden): „De klaagzang dat het allemaal minder gaat, horen we vaak. We moeten aan de slag. De vraag is nu hoe we ons als kerk in de samenleving kunnen profileren.”
Dr. Plaisier zegde toe dat het moderamen „recht zal doen aan de teneur van wat naar voren is gebracht.”
De synode stemde unaniem in met de benoeming van dr. H. E. Zorgdrager tot hoogleraar genderstudies aan de Protestantse Theologische Universiteit. Zij was al docent systematische theologie en genderstudies aan deze universiteit (vestiging Amsterdam).
De synodeleden werden bijgepraat over de bouwplannen voor landgoed Hydepark in Doorn.