Op deze feestdag, in 2006 nog door koningin Beatrix bijgewoond, wordt op Sint Eustatius herdacht dat 237 jaar geleden op 16 november 1776 vanaf Fort Oranje voor het eerst een saluutschot werd afgevuurd voor een schip dat onder Amerikaanse vlag voer, de Andrew Doria. Statia was daarmee de eerste die de net van Engeland afgescheiden Verenigde Staten erkende. Dat feit wordt nog jaarlijks herdacht met tal van festiviteiten.

Het koningspaar dat 6 uur op het eiland blijft, volgt echter een geheel eigen programma waarbij voor het eerst bij deze rondreis ook aandacht wordt geschonken aan de afschaffing van de slavernij, dit jaar precies 150 jaar geleden. Koning Willem-Alexander opent in het historisch museum een tentoonstelling over de slavernij op het eiland.

Onderdeel van de expositie is een nagebouwde slavenhut, die met hulp van de Universteit Leiden is vervaardigd. Bezoekers kunnen in de hut een indruk krijgen van de leefomstandigheden van slaven in de 18e eeuw. Bij opgravingen op de Schotsenhoek plantage even ten noorden van Oranjestad zijn de restanten van een slavendorp gevonden, compleet met veel gebruiksvoorwerpen van slaven. Het gaat om een van de oudste slavendorpen die in het Caribisch gebied is ontdekt.

De slavernij krijgt bij de kennismakingsbezoeken aan Bonaire en Curaçao ook aandacht. Het bezoek aan Sint Eustatius wordt besloten met een muzikaal programma, zoals dat eerder in andere vorm ook op Saba en Sint Maarten werd gegeven. Zaterdag vliegen Willem-Alexander en Máxima naar Bonaire.