Nederland telt negen transferia. Automobilisten kunnen op die plaatsen snel en efficiënt overstappen op trein, bus, tram of boot. Het fenomeen is redelijk succesvol. Toch zitten er nogal wat haken en ogen aan. De kosten voor de bouw zijn niet misselijk. Een traditioneel transferium vergt nogal wat kostbare ruimte. Verplaatsen -zonder sloop- is onmogelijk.

Geurt van Ledden van Van Ledden Infra presenteert samen met adviesbureau Copier uit Ede een concept dat tegemoetkomt aan alle drie de bezwaren: een demontabel transferium. Dit zogenaamde LMTS kan eenvoudig óver bestaande wegen worden gebouwd. De bouwers creëren met gebogen stalen profielplaten eerst een viaduct over de weg. De zo ontstane tunnelbuis -vergelijkbaar met de wildviaducten op de Veluwe- dekken ze af met aarde, waarop het bouwwerk vervolgens kan worden geplaatst.

Het transferium nieuwe stijl bestaat uit een serie kolommen, waartussen Van Ledden stalen of betonnen platen wil hangen. „We bouwen het als een blokkendoos.” Het complex bestaat uit vijf of zes parkeerlagen. Door een modulaire opbouw kan een transferium eindeloos worden uitgebreid. „Zeg het maar… 100, 500, 2000 parkeerplaatsen? Alles kan.”

Door boven op een weg of snelweg te bouwen, kan het transferium eenvoudig worden aangesloten op bestaande wegen. „We maken daarmee handig gebruik van de beschikbare infrastructuur en de schaarse grond.” Het LMTS kan ook worden opgezet op parkeerterreinen, bedrijventerreinen en op aan- en afvoerwegen van bijvoorbeeld stadswijken.

„De mogelijkheden zijn eindeloos. Een potentiële klant wil er graag eentje met een busstation eronder. Nou, dat kan.” Van Ledden heeft verder een verzoek liggen voor een ondergronds transferium. „Ook dat is geen probleem. We zetten het systeem dan in een grote betonnen bak.”

Het grootste voordeel van het concept is het demontabele karakter. Met relatief geringe inspanning kan de eigenaar het complete bouwwerk afbreken en desnoods 10 kilometer verderop weer opbouwen. Een gemeente, provincie of bedrijf zit er daarmee niet voor altijd aan vast. „Het is bovendien door te verkopen. Voordeel is ook dat je niet met sloopafval blijft zitten. Alle onderdelen kunnen we op de nieuwe locatie opnieuw gebruiken.”

De kosten voor een demontabel transferium liggen naar schatting 10 tot 25 procent lager dan die van de normale variant. Een gemeente hoeft geen extra grond aan te kopen, terwijl de bouw stukken sneller en goedkoper kan worden uitgevoerd. „We zetten alle onderdelen ter plekke in elkaar.” Exacte prijzen kan hij niet geven. „Een complex met 2000 parkeerplekken kost zo’n 15 miljoen euro. Maar dat kan per geval sterk uiteenlopen.”

Van Ledden, dertig jaar werkzaam in de weg- en waterbouw en sinds anderhalf jaar actief met een eigen bureau, heeft het idee op een kladblaadje bedacht. „De eerste reacties waren: „Dat kan niet.” Ik zeg altijd: Als je het niet probeert, weet je het niet.” De plannen voldoen inmiddels aan alle eisen.

De eerste reacties uit de markt zijn volgens Van Ledden bemoedigend. „Rijkswaterstaat is enthousiast.” Groningen, Eindhoven, Amersfoort en Veenendaal hebben serieuze belangstelling. Alleen al in de provincie Noord-Holland werken zeven gemeenten aan plannen voor een transferium.

Ook de luchthaven Schiphol heeft oren naar een LMTS. „Ze hebben dan 25 procent minder grondoppervlakte voor parkeerruimte nodig.” De provincie Gelderland wil een project mogelijk tot 60 procent subsidiëren.

Van Ledden en adviesbureau Copier hebben twee bedrijven in de arm genomen om hun ideeën uit te werken: bouwbedrijf Aan de Stegge uit Twello en tunnelbouwer Bergschenhoek Groep uit Bergschenhoek. Dit consortium brengt het concept op de markt, eventueel aangevuld met winkels en horeca.

Nadelen van het systeem kan Van Ledden niet noemen. Een bedreiging ziet de initiatiefnemer in concurrenten die met zijn plannen aan de haal gaan. Van Ledden en Copier hebben daarom inmiddels octrooi op het idee aangevraagd. „De verwachtingen zijn hooggespannen.”