Kerk & religie

Amsterdamse lutheranen herdenken jubileum in aanwezigheid Beatrix (met fotoserie)

AMSTERDAM. De lutherse gemeenschap verkeert in een moeilijke positie, aldus dr. Sabine Hiebsch. De onderzoekster zei prinses Beatrix zaterdag dan ook „zeer erkentelijk” te zijn dat zij het symposium van de 425-jarige evangelisch-lutherse gemeente Amsterdam wilde bijwonen.

Van onze verslaggever
9 November 2013 19:32Gewijzigd op 15 November 2020 06:54
Dr. Sabine Hiebsch (l.) overhandigt prinses Beatrix het boek ”Van pakhuis tot preekhuis" (uitg. Boekencentrum, 123 blz.). Beeld ANP
Dr. Sabine Hiebsch (l.) overhandigt prinses Beatrix het boek ”Van pakhuis tot preekhuis" (uitg. Boekencentrum, 123 blz.). Beeld ANP

Zesduizend mensen herbergde de oude lutherse kerk aan het Spui ooit. Anno 2013 zijn dat er „veel minder”, merkte dr. Hiebsch richting de 75-jarige prinses op. „Maar ook toen er nog zo veel mensen in deze kerk zaten, vormden de lutheranen al een godsdienstige minderheid, in Amsterdam en elders. Gelukkig is de lutherse traditie goed verankerd in de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland en zijn er de banden met de zusterkerken uit de Lutherse Wereldfederatie. Maar de lutherse gemeenschap verkeert in een moeilijke positie.”

Minderheid of niet, de Amsterdamse lutheranen vormden in hun beginjaren (1588-1605) zeker geen „teruggetrokken, zich wat timide opstellende gemeenschap”, gaf dr. Gerard van Manen, kenner van het lutheranisme, in zijn lezing aan. „Luthers Amsterdam groeide uit tot een zelfbewuste, leidinggevende gemeente.” En de kerk die zij in 1633 in gebruik konden nemen, is voor velen een „landmark in de Amsterdamse binnenstad”, voegde drs. Martin L. van Wijngaarden, predikant van de evangelisch-lutherse gemeente in Rotterdam, hieraan toe. „Ook het interieur en het gebruikte avondmaalsgerei mogen op diverse punten letterlijk en figuurlijk beeldbepalend heten.”

Kunsthistorica Laura Roscam Abbing wees de aanwezigen op de acht „brunailles” op de balustrade van het orgel. Deze in 1692 door Hendrick Tiedeman geschilderde voorstellingen verbeelden christelijke deugden. Ze vormden een harmonieus geheel met het orgel van Johannes Duytschot – dat in de negentiende eeuw werd vervangen door een instrument van J. F. Witte.

Dr. Hiebsch, verbonden aan de W. J. Kooiman-J. P. Boendermaker Lutheronderzoeksplaats die de Vrije Universiteit sinds 2011 kent, vertelde over de ”avondmaalsloodjes” die lutherse gemeenten tot in de eerste helft van de negentiende eeuw hanteerden. In de week voorafgaand aan het avondmaal had een voorbereidingsdienst plaats, waarin een „boetpredikatie” werd gehouden en communicanten drie vragen dienden te beantwoorden. „Als bewijs van deelname hieraan werd een avondmaalsloodje uitgereikt.”

De loodjes maakten het Woord tastbaar, zei dr. Hiebsch. „Men ontving het loodje als symbool voor het Woord van de vrijspraak, om vervolgens in het avondmaal het vleesgeworden Woord te ontvangen.”


Lees ook:

Lutherse gemeenschap in Amsterdam in voortbestaan bedreigd

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer