Deskundigen mogen Fyra-treinen onderzoeken
UTRECHT (ANP). Fyrabouwer AnsaldoBreda mag een aantal onafhankelijke deskundigen aanstellen om de deugdelijkheid van de V250-treinstellen te onderzoeken. Dat heeft de rechtbank in Utrecht woensdag besloten in een civiele procedure dat het bedrijf daarover had aangespannen. Het gaat om een voorlopige voorziening.
Onder leiding van een onderzoeksrechter wordt bepaald welke deskundigen aan de slag gaan en welke vragen precies moeten worden beantwoord. AnsaldoBreda, NS en de Belgische spoorwegmaatschappij NMBS moeten daarmee gezamenlijk aan de slag. In december vindt waarschijnlijk een zitting plaats.
„Dat de rechter tot dit oordeel komt, is niet zo verrassend”, reageert een woordvoerder van de NS. „Dat doet hij vrijwel altijd standaard, als een bodemprocedure tot de mogelijkheden behoort. Wat de NS betreft past dit in de verdere juridische afwikkeling.” AnsaldoBreda heeft een bodemprocedure aangespannen waarin het 132 miljoen euro eist van de NS.
De spoorwegen wijzen erop dat het contract met AnsaldoBreda niet alleen werd opgezegd vanwege de technische gebreken. Ook vertraging in de oplevering van de treinen speelde een rol. Daarnaast liet NS meewegen dat de V250-treinstellen van de Belgische inspectie niet op Belgisch spoor mogen rijden. Ten slotte heeft NS geen vertrouwen in het herstelplan van AnsaldoBreda.
„Het opnieuw laten kijken naar die gebreken is wat ons betreft dus niet nodig, ook al omdat het slechts een van de gronden betreft waarop wij onze beslissing hebben gebaseerd. Feit is dat we hebben besloten dat we de V250 niet gaan gebruiken en dat het contract is opgezegd. De rest is juridische afwikkeling”, aldus de NS.
De rechtbank vindt dat een deskundigenonderzoek gewoon moet kunnen plaatsvinden, als het aan de wettelijke eisen voldoet. De gebreken aan de treinen, of hoe daarmee is omgegaan kunnen bovendien nog een rol gaan spelen in de bodemprocedure.