Die is niet gerust op de toekomst van het Nederlandse onderwijs, dat „meer is dan meten en toetsen”, aldus voorzitter Geert ten Dam. Hij vindt dat er te weinig visie is op wat leerlingen en studenten moeten leren. Daarnaast zou de overheid zich te vaak met de inhoud van het onderwijs bemoeien.

„De aandacht is de afgelopen jaren vaak gegaan naar het opkrikken van het niveau van ons taal- en rekenonderwijs. Dat mag niet leiden tot een versmalling van onze focus”, zegt Dekker. Hij vindt dat nagedacht moet worden over wat er op andere terreinen in het onderwijs moet gebeuren: geschiedenis, burgerschap, kritisch leren denken, inlevingsvermogen. „Dat is nu maar zeer ten dele het geval.”

Het is op het moment moeilijk te meten wat scholen doen aan het ontwikkelen van vaardigheden. Datzelfde geldt voor de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen. „We moeten nu dus kijken hoe we inzichtelijk kunnen maken hoe het stelsel het doet. Gaat het de goede kant uit? Doen scholen wat er van ze wordt verwacht?”, aldus Dekker.

Hij ziet geen reden om af te zien van het toetsen en meten in het onderwijs. „De Onderwijsraad heeft ook niet gezegd dat we niet meer moeten toetsen. Dat hoort bij het onderwijs. Het is een goed middel om vast te stellen hoe een leerling ervoor staat.” De staatssecretaris waarschuwt ervoor dat we niet te huivering moeten worden voor toetsen. „Heel veel scholen toetsen ook zelf met schriftelijke overhoringen of proefwerken. Het is lang niet allemaal vanuit Den Haag opgelegd”, zegt hij.