„Eerste riskante VN-inzet sinds Joegoslavië”
DEN HAAG (ANP). De inzet in Mali wordt de eerste risicovolle missie onder VN-vlag voor Nederlandse militairen sinds Joegoslavië. De precieze risico’s zijn nog moeilijk in te schatten, omdat de geweldsinstructie en politieke en militaire bevelsstructuur voor de Nederlandse troepen nog onduidelijk zijn.
Dat heeft defensie-expert Kees Homan van Clingendael vrijdag gezegd, na het kabinetsbesluit 380 militairen naar het Afrikaanse land te sturen. Homan stelt dat de Nederlanders niet naar Mali gaan voor een vechtmissie. Hun belangrijkste taken zijn het vergaren en verwerken van inlichtingen.
Hij wijst erop dat de Nederlandse militairen vooral gevaar lopen door de aanwezigheid van jihadisten die aanslagen plegen. „Het noorden van Mali is behoorlijk onveilig. De laatste weken zijn meerdere aanslagen gepleegd.”
Ook zijn de vredesonderhandelingen met de Toearegs in het gebied spaak gelopen. Dat nomadenvolk is sinds de onafhankelijkheid van Mali vier keer in opstand gekomen. Eind vorig jaar nog vochten ze samen met de jihadisten tegen het regeringsleger van Mali.
Homan noemt de civiele doelstellingen als nationale eenheid en democratische verkiezingen van de VN-missie onder leiding van oud-minister Bert Koenders „erg ambitieus”. Volgens hem wordt het moeilijk een land als Mali aan een westers politiek systeem te krijgen, met bijbehorende westerse normen en waarden. „Dat hebben we wel gezien in Afghanistan”, aldus Homan.
Hij wijst erop dat Mali een traditioneel agrarisch land is en een van de vijf armste staten ter wereld. Op de jaarlijkse ranglijst van falende staten van het blad Foreign Policy is het 40 plekken gestegen. Somalië staat op nummer 1.